862 zeven Pruisische bataljons daartegen moesten optreden, gelukte-- het aan de overige troepen den terugtocht in goede orde te vol brengen. Na een vermoeienden marsch op den 4en bereikten deze troepen,, evenals die van den linkervleugel, den volgenden dag de plaats hunner bestemming: Wörth, en niettegenstaande de buitenge wone verliezen, die deze divisie op den 4en geleden had, nl. 2200 man van de 6600, verried de houding dier troepen in den slag bij Wörth, op den 6en Augustus d.a.v., in geen enkel opzicht, dat- hunne moreele waarde en gevechtskracht iets geleden hadden. 3e. Terugtocht van het 2d' Fransche legerkorps na het gevecht hij Spiekeren (6 Augustus 1870). Deze terugtocht, waartoe in den namiddag van den 6den Au gustus besloten werd, voornamelijk om aan eene dreigende om trekking des vijands te ontkomen, begon onder vrij gunstige omstandighedende Franschen waren nl. niet alleen niet ge slagen, doch hadden zelfs door een offensief-stoot de Pruisen: op hun linkervleugel weten terug te dringen, terwijl de terug tocht onder dekking eener achterhoede geschiedde. Het terrein, de groote vermoeidheid van den vijand en de invallende duis ternis vergemakkelijkten bovendien het zich losmaken van den tegenstander, terwijl de omtrekkende troepen des vijands te laat kwamen om den terugtocht te bemoeielijken. Slechte voorbereiding en het later geven van tegenbevelen waren echter oorzaak, dat de troepen gedurende den nacht op elkaar stieten, elkaar van den weg drongen enz., kortom, dat er eene chaotische verwarring ontstond, die eerst in den avond van den 7den eenigszins hersteld werd. In de volgende da gen, 8 t/m 15 Augustus, werd het korps heen-en wedergeslingerd volgens de bevelen en tegenbevelen, die van het hoofdkwartier kwamen, hetgeen echter niet wegnam, dat het op den 16den Augustus, in den slag bij Vionville—Mars la Tour, zich dapper gedroeg. 4e. Terugtocht van het Fransche Bober-leger na het gevecht aan de Katzbach (26 Augustus 1813). Bij dezen terugtocht deed zich, behalve de gewone gevolgen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 240