863
van zulk eene handeling, nog in hooge mate de zeer ongunstige
weersgesteldheid gelden. De aanhoudende regens toch waren oor
zaak, dat de marschen veel vermoeiender waren dan bij gunstig
weder het geval zou zijn geweest, terwijl de rivieren, waarover de
terugtochtsweg leidde, sterk gezwollen waren, zoodat zij niet met
de gewone middelen waren over te trekken, waarbij nog komt, dat
het aantal bruggen zeer beperkt schijnt te zijn geweest Vooral
de op 15 tot 35 K.M. van de Katzbach verwijderde Bober heeft
den Franschen veel nadeel berokkend, daar deze, naar het schijnt,
in die eerste dagen na den 268ten Augustus slechts op één punt
middels ééne brug overschrijdbaar was. Waar dus ook de terug
trekkende troepen aan deze rivier kwamen, nagenoeg steeds moes
ten zij deze eerst, soms over groote afstanden, volgen om het
punt te bereiken waar zij kon worden overgetrokken. Het is dus
niet te verwonderen, dat de lichte cavalerie der verbondenen, die,
ofschoon slechts in geringe getale, toch vrij actief optrad, nog een
zeer groot aantal gevangenen maakte en evenmin, dat eene terug
wijkende divisie die op den 278t™ Augustus op de Bober gestoo-
ten was, den 288ten daarlangs marcheerde om een overgangspunt
te zoeken, doch dit niet vond - op den 29sten geheel vernietigd
werd, toen inmiddels opgerukte troepen der verbondenen haar aan
grepen 1). G-roote afgematheid der troepen, zoowel door de slechte
verpleging als andere invloeden vele soldaten verspreidden
zich in de dorpen om hun honger te stillen en bleven dikwijls,
van vermoeidheid uitgeput, liggen waren dan ook oorzaak, dat
de drie legerkorpsen, waaruit het Bober-leger bestond, op den 278ten
en 28sten geheel dooreen geraakten; eerst den 293ten ontstond er
weder eenige orde in die deelen, welke het overgangspunt be
reikt hadden of de Bober waren overgetrokken.
Toch ontwikkelden de Fransche troepen, die op 30 Augustus
om het behoud der Bober-brug streden, een opmerkenswaardig
weerstandsvermogen en eene taaiheid, die tengevolge hadden,
dat het niet alleen den verbondenen eerst na eenige uren scherp
vechten gelukte de Fransche achterhoede uit hare stelling te
verdrijven, maar ook, dat de Franschen, na zich weder verza
meld te hebben, tot den aanval overgingen en de verbondenen
1) Bij het begin der vijandelijkheden telde deze divisie 118S5 man (13 bataljons),
daarvan keerden slechts 254 man van over de Bober terug.