871
zich dikwijls voor, dan hoorde ik den administrateur wel eens
zeggen hun, op grond van de laatste alinea van 8 tarief No 40
voeding volgens tarief N°. 15 te zullen geven, om reden zij geen'
dienst bij het hospitaal verrichtten.
De aannemer bracht nu en dan een M3. brandhout; de hospitaal-
bediende moest toezien, dat hij die ook ontving. De overige artike
len ontvingen zij voor vijf dagen vooruit; het personeel van de zie-
kenprauw ontving deze vivres in het hospitaal en bracht ze hun.
Dat dagelijks meten en wegen van 5 artikelen en dan nog
12 artikelen voor 5 dagen is voor spijsverzorger en adminis
trateur een groot tijdverlies.
Wat doet nu dit militair infirmeriepersoneel met de vivres?'
De legerformatie kent geen infirmerie, dus is er ook niemand
aangewezen, die voor hen koken moet.
Om nu toebereid eten te krijgen, staan hun slechts drie we
gen open:
le. de vivres verkoopen en voor dit geld gekookt eten koopen, of
2e. eenig keukengerei aanschaffen en zelf koken, öf
3e. een vrouw of huishoudster nemen, die het eten voor hen
bereidt.
Voor zoover mij bekend, geschiedt het laatste; zij moeten dus,
of het hun gelegen komt of niet, op een van beide manieren de
hulp van een vrouw inroepen, en die hulp kost een groot ge
deelte van hun inkomen. Niettegenstaande dat, is het baantje
nogal gewild, omdat zij er weinig te doen hebbenik heb hen
dan ook wel allen te gelijk in den schouwburg zien zitten. Zou
de officier van gezondheid belast met den garnizoensdienst dan
eens de hulp van een hunner noodig gehad hebben, dan zou er nie
mand geweest zijn.
Met die voeding is het wel een zonderlinge regeling zult ge zeg
gen. Ik stem dat toe, maar hoe kan het anders? Men stelle zich
de volgende vraag: Heeft die infirmerie op 2i/4 paal afstand van
een hospitaal 2e klasse reden van bestaan?
Zoo ja, dan noeme men haar ziekenzaal, neme haar op in de
jaarlijksche algemeene order omtrent de classificatie van de mili
taire ziekeninrich tingen en alles is geregeld bij de voorschriften.
(Bij de infirmerie zijn ook nog drie dwangarbeiders ingedeeld.
Het personeel komt dus, wat de sterkte betreft, ongeveer overeen