646 tuurlijk onder leiding van den compagniescommandant, maar overigens zelfstandig optredende, de vorming, op de kaderschool begonnen, kon overnemen, en voor de te bereiken resultaten ver antwoordelijk kon worden gesteld. Op zijn voordracht, en niet op die van den directeur der kaderschool, zou daarna bij vaca ture een definitieve aanstelling moeten volgen. Alsdan zou men in de gelegenheid zijn niet alleen het verstand, maar ook het karakter, dat is dus het gedrag, zoowel als de fermiteit, als maat staf ter beoordeeling te kiezen. Dan zou de verbetering hiervan geen ijdele klank meer behoeven te zijn en zou, méér dan thans, de voorgeschreven trapsgewijze ondergeschiktheid worden toege past, en deze dus werkelijk tot uiting komen. (Slot volgt.) Ducimus.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 24