885 zijn geopend met den photograaf Nieuwenhuijs te Koeia-Raclja voor de toezending van actueele photo's. Onze uitgever spaart moeite noch kosten om iets goeds te leveren en een deskundige als Dr. A. A. Fokker schreef dan ook in het „Algemeen Handelsblad": „Al het bestaande is niet te vergelijken met deze Ster van Indië, staat er ver beneden. Dit blad is lo goed geredigeerd, 2o goed geïllustreerd. En -waarlijk op deze beide punten viel, bij 't weinige dat den inlander van Nederlandsch-Indië ter lezing werd voorgezet, heel wat af te dingen. „Wat tot nu toe in Indië uitgegeven werd en nog wordt, is grooten- deels voor een beschaafd mensch ongenietelijk, en dus ook voor den In lander. Dit laatste schijnt een gewaagde gevolgtrekking. Toch is ze zeer goed te verdedigen. Men tracht immers met een tijdschrift de beschaaf den te bereiken, en juist van de beschaafden gaat een kracht uit die elk tijdschrift tot steun noodig heeft, wil het in eere blijven bestaan. Een In lander van eenige beschaving moet het mooi vinden, en een van groote beschaving zulken zijn ermoet het warm kunnen aanbevelen, om dat de lezing hem genot en voorlichting verschaft. „De taal is over geheel zuiver te noemen: ze is vrij van zinnen, zooals vaak het Maleisch van Nederlanders u te lezen geeft, en teven» vrij van ontaalkundige slordigheden en bijmengels van Javaansch of an dere inlandsche talen, zooals zoo vaak het Maleisch der in Indië ver schijnende bladen en tijdschriften die vertoont. Ook is de taal eenvoudig, zonder de breedsprakigheid van 't gewone Maleische proza. Dan is de toon overal beschaafd. Hoe menig Maleisch stuk in andere periodieken bevat ongepaste aardigheden, schreeuwerige bombast of hatelijkheden aan 't adres van personen, bedekte schimpscheuten op de Kegeering en ontuchtige kwinkslagen „De goede taal, de leerzame inhoud en zeker niet 't allerminst de fraai uitgevoerde illustraties maken de Bintang Hindiatot een blad, dat gerust op iedere inlandsche school in Nederlandsch-Indië mag gelezen worden, omdat het daartoe bij uitnemendheid geschikt is." De gep. Luitenant Kolonel Jhr G. J. W. C. H. Graafland schreef o. a. in „De Militaire Gids": „Is er eigenlijk nog een woord van aanmoediging noodig voor de uit gave van het Maleisch Tijdschrift Bintang Hindiawaarvan de twee eerste proefnummers ons ter beoordeeling zijn toegezonden „Afgescheiden toch van de mededeeling in het prospectus dat in April jl. reeds 5241 abonnementsaanvragen binnenkwamen zoo durven wij, op grond van onze bekendheid met Oost-Indië, vrij gerust een mooie toe komst voorspellen aan het zoo keurig geïllustreerd, de weetgierigheid en

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 263