901
4 vuurmonden, 9 rijpaarden, 28 trek- en draagdieren.
'Genietroepen: 7 minderen.
Geneeskundige dienst: één ambulance, onder den officier van
gezondheid 2e kl. J. L. W. F. van Leent, sterk 15
minderen.
Trein: 7 mandoers en 156 dwangarbeiders.
Reserve.
6e Bat. Inf., cdt.Kap. J. J. Yerlinden,
sterk: 17 officieren, 259 Eur. en 189 Amb. minderen.
R. H. 4e escadron, cdt.Ritmeester Jhr. L. D. C. de Lannoy,
sterk: 3 officieren en 71 minderen (met inbegrip van
18 ordonnansen bij de colonnes).
4e Bergbatterij (één sectie), cdt.: Ie Luit. J. F. C. Deibert,
sterk: 1 officier, 16 Eur. en 12 inl. minderen.
Genietroepen, cdt.: Ie Luit. Plantenga,
sterk: 1 officier, 11 Eur. en 19 inl. minderen.
Geneeskundige dienst: één ambulance, onder den officier van
gezondheid 2e kl. H. Pruis, sterk 16 minderen.
Trein: 8 mandoers en 166 dwangarbeiders.
Bovendien werden te Boekit Karang 2 mandoers en 50 dwang
arbeiders gereed gehouden als algemeene reserve voor den trein,
terwijl voor het vervoeren van de op de posten aanwezige goe
deren beschikbaar waren gesteld:
a. voor Tjot Rang:
29 ossenkarren met 2 mandoers en 50 dwangarbeiders;
één met paarden bespannen voorwagen van 8 c.M. Yeld, met
stukrijders en geleiders;
3 muildieren;
b. voor Kroeng Gloempang:
18 ossenkarren met 2 mandoers en 50 dwangarbeiders;
2 met 6 paarden bespannen voorwagens van 8 c.M. Yeld,
met stukrijders en geleiders.
De Noordercolonne onder majoor Soeters moest zich te 4| uur
v.m. van Tjot Iri op marsch begeven, zich aanvankelijk Noord
waarts bewegen en het voetpad, dat recht Oostwaarts naar de
oude Atjehsche versterking Tjot Paklat voert, inslaan, van daar