649
Een stroom van troepen volgde en wij hadden 200 ontwapend,
vóór zij tot zich zeiven konden komen. De orde onder de bur-
gei s was bijzondei goed, totdat met de ontwapening begonnen
werd. Als zij de geweren nu maar op den wal geworpen had
den, zouden wij veel meer kunnen ontwapend hebben; maar
daar hoorde ik schreeuwen en vragen: Generaal wat moet ik
met die geweer, wat moet ik met die paard doen Dit, en dat
het overigens niet vlug genoeg ging, was voor een man van
mijn haastig humeur te veel! Het duurde dan ook niet lang of
de achtersten merkten, dat er iets verkeerds in de drift aan
den gang was. Plotseling gaf een der officieren order, dat de
troepen terugvallen zouden.
Maar wij hadden intusschen 200 ontwapend en hun geheele
lagei, bestaande uit 117 wagens, behalve vijf kanonnen, waren
op één hoop samengedrongen op den oever van de spruit, hon
derd treden van ons. Twee andere stukken waren tot 200 of
300 pas van ons.
De Engelschen retireerden tot op een afstand van 1300 M.
naar de station-gebouwen en het laat zich begrijpen, dat wij da
delijk een verschrikkelijk vuur op hen openden.
Zij ti achtten de vijf kanonnen te redden, doch daarvoor was
er geen mogelijkheid. De andere twee stukken echter namen
zij weg, en posteerden die achter de gebouwen, vanwaar ze ons
heftig met granaatkartetsen bombardeerden. De troepen waren
dooi ons vreeselijk beschoten, toen zij naar de gebouwen joegen
en van hen lagen over elkander dooden en gewonden, vanwaar
zij omgerukt hadden tot waar zij de gebouwen bereikten. Drtar
gingen zij op den grond liggen rechts en links van het station
en vuurden op hun beurt heftig op ons.
Ons 1150 man, die ten O. van de Modderrivier met het ge
schut waren, haastten tot onze hulpmaar ongelukkig wilden
zij recht door de rivier komen en vonden, toen zij daar kwamen,
dat het water der rivier door opdamming der waterwerken zoo
diep was, dat zij niet doorkonden. Zij gingen toen ruim drie
mijl met een oneffen weg door slooten en over klippen, met den
stroom op. Plotseling kwamen zij tegen een rand, die tot de
rivier afschoot, en konden niet verder. Zij moesten toen den
zelfden weg terug en beneden den damwal bij de wagendrift door.