904 De majoor Soeters kreeg tevens opdracht den linkervleugel' dezer compagnieën zooveel mogelijk te steunen. De bevelhebber had dit besluit genomen, omdat in den afge- loopen nacht bij het civiel bestuur berichten waren binnenge komen, die op heftigen tegenstand van de zijde der moslemin wezen, zoodat vooral het opheffen van den post Kroeng Gloem- pang met de daarvoor aangewezen betrekkelijk geringe troe penmacht niet zou kunnen geschieden. De le comp. kreeg nu order om ook Na Hatan te bezetten, de 4e comp. en ambulance bleven voorloopig daar in reserve, en met de brigades marechaussée en de 3e comp. rukte de colonne commandant naar Lam Hasan op. De le luitenant der cavalerie van Haaff, die met een patrouille- bovenbedoeld bericht gebracht had, sloot zich bij deze compagnie aan, omdat hij nog een bericht voor Tjot Rang had en langs Lam Hasan zijn doel het best meende te kunnen bereiken. Uit den Oostrand van Na Hatan debouch eerend en bij het oversteken van de sawah naar Lam Hasan, werd de colonne te 7f uur v.m. door vuur uit Tjot Bate bestookt, waardoor een fuselier gewond werd. Lam Hasan zelf werd zonder hindernis doorgetrokken, maar in den Oostrand gekomen, werd vuur ontvangen uit Tjot Bate en Na Reloh en daardoor de commandant der beide brigade» marechaussée, de Eur. sergt. de Fouw No. 24755, die doorzijn groote terreinkennis en beleidvol voorgaan de colonne dien mor gen van veel dienst was geweest, ernstig verwond. Nadat de 3e comp., onder kapitein Steup, eene goede stelling in het terrein voor den N. O. hoek van Lam Hasan had inge nomen, zond de colonnecommandant te 9 uur 30' v.m. bericht van de opstelling der troepen, tevens meldende, dat verbinding met Tjot Rang verkregen was. De luitenant van Haaff was van Lam Hasan doorgereden naar den driesprong, 400 M. ten N. W. van Tjot Rang, en daarbij hevig onder vuur genomen uit den zuidrand van Na Reloh en kampong Lam Tjeu, waarbij een paard zwaar gewond en daarom afgemaakt werd. Na uit het bedekte terrein bij den driesprong even dé omge ving te hebben waargenomen en den ruiter met harnachement.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 282