905 onder dekking van een cavalerist te hebben teruggezonden naar Lam Hasan, werd doorgereden naar Tjot Rang, waarbij aanvan kelijk weer enkele schoten uit den W. rand van Tjot Penom vielen en later zwaar vuur uit het geheele begroeide terrein ten O. van den weg werd ontvangenopnieuw werd nu een paard zwaar gewond, het viel tegen den grond doch stond weer op en liep nog tot aan den post door. Hier werd te 8 uur 55' het bericht afgegeven. Met achterlating van het stervende paard en onder dekking van het vuur uit de versterking, keerde de patrouille naar Lam Hasan terug zonder nieuwe verliezen te lijden. Eenigen tijd later, op den grooten weg naar Tjot Iri, werd het paard van den lui tenant van Haaff zwaar gewond. De middencolonne had al dadelijk bij haren afmarsch de brug over de Kroeëng Lingkar afgebroken gevonden, zoodat de oevers moesten worden afgegraven om de batterrij te kunnen doen overgaan, waartoe zij hier voorloopig met hare dekking achter bleef terwijl de overige troepen doormarcheerden. De voorhoede kwam omstreeks half zes, tegelijk met eene bende Atjehers, Ateuh binnen. Een paar salvo's waren voldoende om den vijand te verjagen. Hij werd nog vervolgd tot in TjotSiBoe- loeh, dat te 5 uur 40' v.m. bezet werd. De colonnecommandant had inmiddels Ateuh-Zuid en de ten Westen daarvan gelegen heuvels door eene compagnie doen be zetten, om de artillerie bij haren opmarsch te beschermen tegen wellicht in G-ani opgestelde vijanden. 7 uur 25' was de geheele colonne ter hoogte van Tjot Si Boe- loeh verzameld. Zonder tegenstand werd nu ook Lam Baid bezet. Het terrein, dat de colonne doortrok, was zeer geaccidenteerd, soms zwaar begroeid, met hier en daar zeer drassige sawah's; het leverde aan de bergbatterij nog al moeilijkheden op. De batterij nam in den Noordrand stelling, front naar Tjot Semeroeng, twee compagnieën van het 3e Bat. in alle randen van de kampong, de ambulance gedekt daarbinnen. Tijdens het innemen van die stelling schoot de vijand uit eene vrij groote versterking in den W. rand van Tjot Semeroeng, alsmede uit het heuvelterrein ten N. van Goea. Enkele salvo's der infanterie en schoten van de batterij verdreven hem hier voorgoed.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 283