I 651 afgesneden was. Het was een stille morgen en men kon de kanonschoten te Bloemfontein hooren. Daarbenevens was er een outpost (buitenpost) Van de Engelschen op Bosmanskop. Ik zeg dit niet om Lord Roberts in een ongunstig daglicht voor te stellen, maar slechts om aan te toonen, dat er zelfs in het groote Engelsche leger onverstaanbare ongeregeldheden wa ren, tegenover welke de flaters, die wij wel dikwijls begingen, niet in aanmerking konden genomen worden. In het werk „With general French and the cavalry in South- Africa" vinden we het volgende over dit gevecht. Lord Roberts achtte het na het bezetten van Bloemfontein plicht de watervoorziening dier stad te verzekeren en met dit doel detacheerde gen. French den 15en Maart drie compagnieën be reden infie. (Alderson) om de waterwerkon te beschermen, die 21 mijl O. waarts van Bloemfontein lagen; verder eene colonne om Thabanchu als voorpost te bezetten, welke colonne, onder zijn bevelen, bestond uit de Household cavalerie, het 10e regiment huzaren (Broadwood), twee batterijen (Q en U) rijdende artil lerie, de rest van Aldersons bereden infanterie en een bataljon infanterie onder Martyr. Den l8en werd te Bosmanskop halt gehouden, waar's avonds bericht kwam, dat zich 40 Boeren te Thabanchu bevonden en men daar een groote Boerenmacht uit het Z. verwachtte; den volgenden dag werden nu de noodige maatregelen getroffen ter bescherming van den trein met het oog op een mogelijken aan val gedurende den marsch. In den namiddag sloeg men 6 mijl O. waarts van de Modder- rivier (19en) het bivouak op. Den 20en werd de marsch voortgezet en een verkenningseskadron vooruit gezonden; flankpatrouilles hadden eene ontmoeting met een kleine afdeeling Boeren, maar overigens nam men niets van den vijand waar en bereikte te één uur n. m. Thabanchu. Hier werd generaal French gemeld, dat een sterke Boerenmacht was waargenomen, terugtrekkende langs den Wepener-Ladybraud- weg, waarop hij 1 eskadron huzaren, 2 compagnieën bereden infan terie en 1 machinegeweer (kol. Pilcheip naar de graanmolens bij de Leeuwrivier zond om 's vijands voorraden daar te vernielen. Dl. II, 1903.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 29