928
lende tijdschriften onder de aandacht en doet hij uitkomen, dat
het niet mogelijk is uit de opgeschroefde reclameartikelen te
besluiten tot de keuze van een bepaalden vuurmond. Hoe hij
dan aan het begin van zijn artikel zijn ontevredenheid kan be
tuigen over het feit, dat de commissie in Indië, belast met de
leiding der proeven, niets te zeggen heeft gehad over het grond
denkbeeld, is mij niet duidelijk. Waarop kon die commissie haar
eischen gronden Toch enkel en alleen op die veroordeelde tijd
schriftartikelen. Bovendien, welke nieuwe gronddenkbeelden wa
ren er te ontwikkelen voor zooverre den vuurmond betreft?
Waar we geheel aan den leiband der geschutconstructeurs loo-
pen, kunnen we alleen zeggen en daarvoor was geen afzon
derlijke commissie noodig:
Overwegende, dat de beweegbaarheid, spoorbreedte, stabiliteit
van het in gebruik zijnde veldgeschut goed zijn;
dat het gewicht met het oog op het paardenmateriaal een max
imum is; en
dat de vuursnelheid ten gevolge van den voortgang der tech
niek onvoldoende is geworden,
wenschen we nieuw geschut, dat bij hetzelfde gewichten gelijke
beweegbaarheid, stabiliteit, enz. een grootere vuursnelheid heeft.
Hoe minder eischen verder gesteld worden, hoe beter. Hoe
:zou men dit trouwens ook kunnen, waar men in het geheel
geen ervaring van dergelijk sneller vurend geschut heeft, en ware
dit nochtans gebeurd, dan had men groot gevaar geloopen op
onverstandige wijze den constructeur de handen te binden, waar
van een minderwaardig voortbrengsel noodwendig het gevolg
zou geweest zijn.
Wat nu het geopperde denkbeeld betreft, één artillerist bij de
Holiandsche beproevingen te detacheeren en dien éénen artillerist
te laten beslissen, ik geloof, dat we ons gelukkig mogen achten
en ook die eene artillerist blij zal zijn, dat dit lot ons en hem
niet beschoren is. Afgescheiden van het feit, dat de toestanden
bij ons leger aanmerkelijk kunnen verschillen van die bij het
Holiandsche en het dus zeer goed mogelijk kan zijn, dat wij tot
geheel andere besluiten komen, zouden op deze wijze als ee-
nigst gevolg onze beproevingstijdperken zeer waarschijnlijk
met één vermeerderd geworden zijn, want na beëindiging der