931 moeten kunnen worden bij het stuk, vorderen zulk een groot gewicht en kunnen voor gewichtsvermindering wegens die bijbe stemming niet noemenswaard in aanmerking komen. Een voer tuig dat in alle gangen en in alle terreinen 4 man moet kun nen dragen, benevens eenige uitrustingstukken, dient bovendien toch wel eenige stevigheid te hebben. Is het dus reeds de groote vraag of een dergelijke lichte voor wagen niet een utopie te noemen is, een andere quaestie is het, of het toe te staan is dat het stuk geheel van zijn munitie be roofd wordt. Dat het snelvuurkanon uit zijn eigen caisson vuurt, natuurlijk, dit is ook niets nieuwsook bij het thans gebruikte materieel wordt in beginsel uit de gekoppelde voorwagens geput. Om te bewijzen, dat het geen bezwaar is dat het stuk zelf geen munitie meevoert, zegt de heer M. Ie, dat de kans gering is dat een caisson achter zou blijven, 2e dat men dan evenals bij de bergartil- lerie kan leenen bij een naburig stuk. Hij erkent dus dat de kans bestaat en dan moet men zich m. i. tegen die kans wapenen, juist door het stuk zooveel munitie mee te geven als mogelijk is, ten ein de het eene zij het dan ook slechts beperkte onafhankelijkheid mede te deelen. Een eenigszins gelijkmatige gewichtsverdeling zal bovendien wel ten gevolge hebben, dat er gewicht voor een 20tal patronen beschikbaar blijft. En dan nog iets. Erkent de heer M. dan niet, dat men bij de bergartillerie een extra vicieusen toestand heeft, juist doordat men daar bij het stuk over geen enkel schot beschikken kan? Reeds in 1892 (zie I. M. T. 1892 blz. 212 „De bergartillerie in de jongste Edi-expeditie.") wenschte de toenmalige luitenant Giel de (2) kar tetsen aan de affuit bevestigd. En waarom heeft dan de Fransche veldvuurmond, het snelvuurkanon bij uitnemendheid volgens den heer M., nog 24 schoten 200 K.G.) in den voorwagen, waar van de ruim 1800 K.G. die het stuk weegt toch gerust wat af kon Ik kan me tal van omstandigheden voorstellen, waarin het stuk tijdelijk van zijn caisson gescheiden wordt: bij terugtochten, vervolgingen, meegaan bij den aanval enz. Indien het stuk dan niet een 20tal schoten met zich voert is het niets waard, kan het zijn taak in het geheel niet vervullen, want in de hevige vuren, de rafales, die men te wachten heeft in de gevechten der toe komst, zal het onmogelijk blijken eventjes te gaan leenen bij een Dl. II 1903. 61

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 309