932 nabuurstuk. Wat de schrijver aanhaalt over de Fransche rijdende artillerie betrekkelijk den ledigen voorwagen geldt een proef en de rijdende artillerie, waarbij ik me kan voorstellen, dat men nog meer dan bij de veldartillerie aan de beweegbaarheid op offert. Bij deze proef kwam men daardoor juist op het gewicht (1620 K.G-.) van het thans nog bij die artilleriesoort in gebruik zijnde stuk. Wordt het snelvuurmaterieel aldus bij de rijdende artillerie ingevoerd? Gaarne toegevende dat het tegenwoordige stuk heel wat werk kan geven bij het in batterij brengen, acht ik het niet goed mo gelijk dezen arbeid grootendeels door verbeterde richtmiddelen te ontgaan. Want die verbeterde richtmiddelen, die het indirect richten gemaklijker zullen maken, zegt de heer M., zullen ver oorloven 2 beneden de dekkende kruin te blijven, waardoor het mogelijk wordt dat de bespanningen de stukken in batterij brengen. Maar al is dit mogelijk bij eerste batterijstellingen en in heuvelterreinen, of het óók bij latere batterij stellingen, evenals bij het opleggen in welk geval de batterij zich toch zeker wel reeds verraden zal hebben steeds mogelijk zal blijken, mag be twijfeld worden. Juist bij het verwisselen van stelling zal men de stukken met handen en wellicht verminderde bediening uit de onder vuur genomen strook moeten wegvoeren om daarna op te leggen. Ook erkent het Fransche réglement de manoeuvre, dat: „Toutefois, 1'utilisation des crêtes pour masquer les batteries ,,n' est admissible que si la situation tactique n'impose pas l'obli- gation de battre les pentes du cöté de l'ennemi." In dit geval zal men toch zeker niet de bespanningen blootstellen en blijven, vooral bij flauwe terreinplooien, groote afstanden waarover de stukken en de caissons (of het afgelegde stuk met caissonach- terwagen) met handen zullen moeten worden vervoerd. In vlak terrein zullen de batterijen ook niet steeds achter kampongs enz. kunnen vuren, omdat hier menigmaal zeer hoog geboomte groeit en de omstandigheden niet steeds zullen ver oorloven zoover naar achter te gaan als noodig is om de projec tielen uit de lange kanonnen er overheen te zenden. Gaarne geef ik toe, dat de verbeterde richtmiddelen waarover men in de toekomst zal kunnen beschikken de indirecte richting c en eel hooger plaats zullen doen innemen, maar dat het ge-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 310