935
Van het richtvlak heb ik geen ervaring, daarom vroeg ik in
lichtingen aan Hollandsche veldartilleristen, verschrikt over het
vernietigende oordeel van den heer M. (die, om aan te geven hoe
slecht een richtvlak voldoet, mededeelt, dat „zelfs" de generaal
Rohne het veroordeelt), en stuitte slechts op groote verbazing,
want over de uitkomsten ermee is men in Holland zeer tevreden.
Waarom zou dit ook anders zijn? Indien men, indirect richten
de, vergt dat het eerste schot reeds zuiver in de richting valt,
dan heeft men veel nauwkeuriger instrumenten noodig dan eenige
batterij meevoert en kan het niet anders of de indirecte richting
wordt nog tijdroovender dan zulks bij de niet bereden artillerie
reeds het geval is. Zoo goed mogelijk in de richting en dan cor-
rigeeren op het gebezigde richtpunt lijkt mij het meest verkies
lijk. Om dan een voldoenden graad van nauwkeurigheid te berei
ken in verband met den beschikbaren tijd zou het mij ver
wonderen, indien de vizierspleten van het richtvlak niet in alle op
zichten voldoende waren. Waarom men bij geschatte afstan
den, met hand- en vingerbreedten gemeten hoeken, een afgepaste
basis en dergelijke toch geenszins op veel nauwkeurigheid bogende
hulpmiddelen (zie het artikel van den kolonel Percin, die voort
durend op dergelijke wijze handelt) op dusdanige wijze tegen het
richtvlak meent te velde te moeten trekken, is mij niet duidelijk.
Het eenige verschil tusschen kijkeropzet van nieuwste con
structie en libelopzet aangevuld door richtvlak is, dat bij het
eerstgenoemde instrument de opzetkop draaibaar is om een ver
ticale as, terwijl bij het tweede een afzonderlijk deel om zulk
een as draaien kan; het komt hier dus feitelijk weer neer op de
quaestie: kijker of vizierkeep?
Dat men daarentegen bij veldhouwitsers en mortieren, belege-
rings- vesting- en kustgeschut, op horizontale en tegen verticale
dekkingen vurende, kijkeropzetten eischt, kan ik me zeer goed
voorstellen; daar geldt het een zuiver schot, met groote nauw
keurigheid, tegen dikwijls zeer kleine doelen.
Gelukkig zullen beide soorten richtmiddelen tegen elkaar in
het strijdperk treden. Dat daarbij blijken zal dat men met den
kijkeropzet nauwkeuriger richt lijdt geen twijfel; vroegere proe
ven hebben dit reeds uitgemaakt. Laat men echter bij de be
proeving overwegen of aan de ingewikkeldheid, de gevoeligheid