936
en de veel lastiger bediening niet kan ontkomen worden, waar
die grootere nauwkeurigheid juist door het eigenaardige karakter
van het G.K. vuur niet vereischt wordt. Nu reeds weten we, dat
het noodig is gebleken een zeker procent der kanonniers onge
schikt te verklaren om ooit als richter op te treden; bij het gebruik
van kijkeropzetten zal dit percentage noodwendig belangrijk stij
gen. Of het dan mogelijk zal blijken, ook na eenige maanden
te velde te zijn geweest, per stuk over één richter le klasse
te beschikken, zal te bezien staan. Kan men met eenvoudige
richtmiddelen ook de minder bekwamen vertrouwd maken, met
ingewikkelde kijkerinstrumenten zal dit onmogelijk zijn. Naast
hunne voordeelen bieden ze vele nadeelen.
Alvorens af te stappen van de snelvuurveldkanonnen, nog een
enkel woord over de gewichts- en uitwerkingsquaestie.
Nemen we aan dat alle middelen, die men aanwendt om op
listige wijze met minder gewicht eenzelfde uitwerking te krijgen,
evenals in Europa lapmiddelen zullen blijken te zijn—omdat het
voordeel noodwendig met groote nadeelen gekocht moet worden
dan is er slechts één werkelijk redmiddel nl. paarden van groo-
ter taille. Op het oogenblik verkeert de geheele Indische remon-
teering in een kritiek tijdperk. "Voor de 1500 h 2000 paarden
en muildieren, die ons leger gebruikt—rekenende op een 10 jari
gen dienst—heeft men jaarlijks 150 a 200 ter aanvulling noodig.
Hiertoe klopt de bergartillerie in China of soms nog verder uit
de buurt aan, de cavalerie gaat naar Australië, alleen de veld
artillerie stelt zich nog tevreden met hetgeen onze archipel
oplevert. Waarom zou, waar het om zulke kleine getallen te
doen is, die artillerie de cavalerie niet dadelijk volgen?
Het is toch duidelijk, dat, wanneer de cavalerie eenmaal geheel
uitgerust is met ponies, de klachten der artillerie over hare be
spanningen steeds erger zullen worden. Is het dan niet beter
vóór het vraagstuk der bewapening dat der paarden te stellen?
Laten wij eerst eens uitmaken of de veldartillerie ooit kans
heeft op paarden van grooter taille, of dat zij zich steeds tevre
den zal moeten stellen met hetgeen Soemba belieft te geven en
de Preanger kan leveren. Wanneer we eenmaal een 1200 K.G-.
zwaar stuk hebben aangeschaft, behoeven we hierop niet meer
terug te komen, maar nu is het juist zulk een geschikte en