939 te hebben gegeven, de zijwanden omver of omlaag getrokken, waartoe men gebruik kan maken van de bamboe der tandoe, waarbij de beugel tot haak dienst doet. Ook de wanden dei- kamers worden op gelijke wijze omvergehaald. Springt er iemand te voorschijn, dan wordt hij door hen die aan de voorzijde staan neergeschoten. Eerst wanneer de vol komen zekerheid bestaat, dat zich binnen de woning geen levende ziel meer bevindt, wordt zij binnengegaan om de dooden te onder kennen en de wapenen in beslag te nemen. Is het mogelijk het huis in brand te steken, zooals bv. met een geïsoleerd gelegen huis dan wel eene woning buiten de kampong of in het geberg te het geval is, dan neemt men dit middel te baat, wanneer de bewoners niet naar buiten willen komen. Wordt uit het huis gevuurd, dan geeft het gelid aan de voor zijde der woning opgesteld dadelijk zonder sommatie er eenige salvo's door. b. Het omsingelen van huizen op palen of hoog uit den grond gebouiod. Hierbij gaat men naar dezelfde beginselen te werk. Het huis kan dan echter aan alle zijden omsingeld worden. Het stellingnamen onder zooJn huis met het front naar bui ten is verboden, daar zulks de ontsnapping niet afdoende voor komt. Ook bij zulke huizen blijven de manschappen op min. stens vijf passen van de woning verwijderd. Kunnen dan de wanden der binnenkamers van af den beganen grond niet om ver gehaald worden, dan gaat, na het neertrekken der buiten wanden, de dwangarbeider met de bamboe der tandoe de trap c. q. de galerij op, om de kamerwanden neer te trekken of te stooten. Springt de bewoner te voorschijn, dan moet de dwang arbeider omlaag springen en wordt eerstbedoelde neergeschoten, waartoe de manschappen de geweren vaardig houden. I Het doorzoeken van huizen behoeft geen dooden of gewonden te kosten, wanneer men slechts met oordeel en beleid te werk gaat. Moet een groote woning, waarin zich een geheele bende be vindt, omsingeld worden, dan wordt gehandeld naar de begin selen als sub E is aangegeven. E. Omsingelen van en aanval op bentingskoeta's en dergelijke versterkingen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 317