940 De aanval heeft in geen geval op meer dan twee facen en dan nog op twee aan elkaar sluitende facen tegelijk plaatsde voor den aanval aangewezen troep moet deze beide facen overvleuge len om het ontsnappen over of door de andere facen te beletten Zie figuur 1 Plaat XIII. Deze figuur stelt voor den aanval van een geheele compagnie op een groote benting of koeta. De omsingelende groepen zijn tot aan de hindernis genaderd. Bij een aanval van 2 of 4 groepen wordt evenzoo gehandeld. Op deze wijze kan nimmer gevaar ontstaan dat de groepen op elkander vuren. Bij meerzijdige redoutes wordt naar dezelfde beginselen gehandeld. Tevens wordt in herinnering gebracht, dat de saillanten door de voorgelegen onbestreken ruimte in den regel de zwakste punten zijn en de beste nadering tot de versterking toelaten. Bij het opruimen der hindernissen moeten de nevengroepen, c. q. de nevenmanschappen van hen die met de opruiming belast zijn, de vijandelijke borstwering onder vuur houden door op eiken Atjeher te schieten, die zijn hoofd vertoont, ten einde zoodoende den arbeid met de minst mogelijke verliezen te doen plaats hebben. Men zij steeds spaarzaam met het vuur. Weinige goed gerichte schoten zijn meer waard dan veel en ongeregeld vuur. Moet een benting of koeta bij nacht omsingeld en bij ver rassing genomen worden (Aneu Galong), dan wordt de duister nis gebezigd voor de gedekte nadering en voor de omsingeling, welke dan volledig en aan alle kanten geschiedt, waarna de groepen tegen het aanbreken van den dag, op het te voren nauw keurig aangegeven tijdstip, van alle kanten tegelijk sluipender- wijze de borstwering naderen en de hindernissen ter plaatse zoo stil mogelijk overschrijden c. q. opruimen. De groepen vuren in geen geval. Bij den aanval, die even eens zooveel mogelijk van alle kanten te gelijk moet plaats hebben, blijven de groepen bijeen, overschrijden de borstwe ring, daarbij elkaar zooveel doenlijk helpende, en werken uit sluitend met de bajonet, tenzij zonder gevaar om eigen troe pen te treffen van de borstwering in de versterking kan wor den gevuurd. De omsingelende beweging moet niet op te korten afstand

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 318