941 van de benting verricht worden, ten einde de onderneming niet ontijdig te verraden. Wordt de troep ontdekt voordat de omsingeling heeft plaats gehad, dan tracht men deze nog zoo spoedig mogelijk tot stand te brengende nadering tot de hindernissen en de borstwering blijft dan achterwege. De groepen stellen zich in dat geval met betrekking tot houding, dekking en formatie zoo gunstig mogelijk op, maar beantwoorden 's vijands vuur niet. Tracht de vijand de versterking te verlaten en door te breken, dan gaan de ter plaatse aanwezige groepen stoutmoedig tot den aanval over. Blijft de vijand evenwel in de versterking den aanval afwachten, dan wordt deze tot het daglicht uitgesteld en alsdan gehandeld als voor den aanval bij dag is voorgeschreven. De groepen tegenover de niet aan te vallen facen zoeken dan dekking in het terrein tegen het eigen vuur of maken, als zulks niet doenlijk is, te voren het schootsveld der aanvallende groe pen vrij en houden zich voor de vervolging (het afsnijden van 's vijands terugtocht) gereed. Men vergete niet, dat een aanval met de bajonet, aan alle zijden tegelijk op een versterkte koeta of een benting, alleen dan een groot succes bij de geringst mogelijke verliezen on zerzijds mogelijk maakt, wanneer hij bij verrassing plaats heeft en de hindernissen dus ongemerkt overschreden worden. F. Omsingelen van bentings of koeta's tot het oplichten van hoofden. Is het zeer waarschijnlijk of zoo goed als zeker, dat deze han deling niet zonder strijd zal afloopen, dan wordt gehandeld als onder E werd aangegeven. Bestaat die kans niet of waarschijnlijk niet, door de aanwezigheid van vrouwen en kinderen (Koeta Rambong) of doordat de oplichting bij een bevriend hoofd plaats heeft (Koeta Beureunoen en de priesterschool te Teupin-Raja), dan moeten eveneens alle facen der versterking omsingeld wor den. Om het ontsnappen, zelfs van enkele personen, te voorko men heeft dit omsingelen zoo nauw mogelijk plaats. Is de afdeeling (compagnie) tot nabij het doel gekomen, dan gaan de van te voren aangewezen groepen om de andere rechts en links om de versterking. (Dit geschiedt bij elke omsinge ling). Daarna verspreiden de groepen zich over het haar ter

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 319