- 943
lijk aaneengesloten en in één lijn doorzoeken. Met het aan
breken van den dag vangt de doorzoeking aanVooral putten,
struiken en bamboestoelen moeten nauwkeurig worden door
zocht. De doorzoekingstroepen mogen vuren. (Zie fig 4.)
H. Het overtrekken van rivieren of doorwaadbare plaatsen.
Aan een onbekende doorwaadbare plaats gekomen, wordt eerst
iemand door de rivier gezonden. Men kan dan zien hoe diep
het water is en welke krachtsinspanning noodig is om zich door
den stroom heen te werken. Hiertoe bezigt men liefst een
Atjeher en zoo men dien niet tot zijn beschikking heeft een
dwangarbeider of een fuselier die goed kan zwemmen en zich
van wapenen en overtollige kleeren ontdoet.
Oordeelt de patrouillecommandant dat de rivier door den troep
te doorwaden is, dan laat hij daartoe overgaan. De gelederen
worden verdubbeld, de groepen vergrooten onderling den afstand.
Zoo noodig worden goede zwemmers aan den oever gereed gehou
den om hulp te verleenen. Allicht kan een nuttig gebruik ge
maakt worden van de bij de groepen aanwezige touwen.
Eten, horloges en papieren kunnen bv. in een pakje om den
hals geknoopt worden. Aan de geweren mogen geen pakjes wor
den gebonden.
Het overtrekken geschiedt vier aan vier.
Is de stroom sterk, dan gaat de groep in zijn geheel op twee
gelederen in front te water, waarbij de manschappen goed ge
richt moeten blijven om weerstand te bieden. De manschappen
houden elkander aan den gordelriem vast. Het geweer hangt en
bandoulière over den rug, het ledergoed wordt op voorschrift
matige wijze gedragen. De dubbelrotten dragen eveneens zorg
in de richting van den stroomdraad te blijven. De grootste man
schappen marcheeren bovenstrooms.
Zoo mogelijk trekken de groepen, als de tegenovergestelde
oever door den vijand is bezet, naast en tegelijkertijd en niet ach
ter elkaar over, zoo noodig onder bescherming van het vuur van
één of meer groepen op dezen oever. Aan den tegenovergestel-
den oever gekomen, gaan de groepen, c.q. de voorste groep,,
onmiddellijk tot den aanval over, na eerst zoo noodig opgemar
cheerd te zijn.