946 De omstandigheden (plaats van het bivouak, gesteldheid van het omgelegen terrein, maneschijn, karakter des vijands, enz.) en de sterkte van den troep bepalen in hoeverre de troep in min of meer slagvaardigen toestand zal rusten. De dubbelposten zullen over dag en des nachts bij maneschijn vooral goed uitzien, bij donkere nachten zullen zij nauwlettend luisteren. De manschappen van een dubbelpost behoeven niet angst vallig bij elkaar te worden gehouden, doch kunnen zoo noodig met eenige tusschenruimte (bv. 10 a 20 M.) worden opgesteld. De wacht zal in den regel niet sterker zijn dan 1/4 van den bivouakkeerenden troep. Het tactisch verband mag bij het rege len van den wachtdienst niet worden verbroken. Is de geheele groep op wacht, dan trekt de groepscdt. mede opis slechts een gedeelte der groep op wacht, dan maakt de groepscdt. rondes en slaapt gekleed. Zijn nachtelijke beschietingen niet uitgesloten, dan moet een der groepen gedurende den geheelen nacht gekleed slapen, de wapens bij de hand. Deze groep rukt, zoodra het bivouak bescho ten wordt, onmiddellijk uit. De posten mogen bij beschietingen nimmer terugvuren. Zij mogen alleen vuren, wanneer de vijand onverwachts in de na bijheid van hun standplaats de hindernis tracht te overschrijden en het bivouak tracht binnen te dringen, of wel wanneer zij, zoo zij buiten den bivouakrand staan, den vijand plotseling in hun onmiddellijke nabijheid ontdekken. De geweren der bivouakkeerende groepen, ook van de wacht,, mogen nimmer geladen zijnIs zulks met het oog op de vei ligheid gewenscht, dan kunnen de manschappen van de niet op wacht zijnde groepen een of twee patroonhouders bij de hand houden. Bij beschietingen worden de lantaarns in of onder de huizen c. q. afdaken met het oog op brandgevaar uitgedraaid. De overige lantaarns en c. q. de vuren blijven branden. Er mag nimmer volslagen duisternis in een bivouak heerschen, zulks zou tot verwarring aanleiding kunnen geven. Overigens moet het bepaalde bij Nota dd. 17 September 1902 van den mil. cdt. van A. en O. opgevolgd en met oordeel toege past worden (zie bijlage 15).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 324