947
M. Vuurgevecht.
Op de kleine en bij uitzondering op de middelbare afstanden
moetende vuren, wordt steeds langzaam vuur afgegevenwanneer
de afmetingen van het doel ten minste uitwerking beloven of
de vijand op de kleine afstanden met vuur moet verontrust
worden om nadering van eigen troepen met niet al te groote
verliezen mogelijk te maken, of wel wanneer het niet mogelijk
is den vijand te attaqueeren en hem dus op geen andere wijze
afbreuk kan worden gedaan.
Op enkele vijanden wordt, tot op afstanden van 500 M., zoo
noodig door enkele goede schutters of scherpschutters gevuurd.
Steeds spaarzaam zijn met vuren.
Het vuur is nimmer doeldoch steeds slechts het middel om
over open terreinen tot in de vijandelijke stelling door te drin
gen. Het stremt de beweging en stelt daardoor, zoomede door
het voor het vuren noodzakelijke opmarcheeren der groepen, den
eigen troep aan meerdere verliezen bloot.
In bedekte terreinen kan men gewoonlijk, over open terreinen dik
wijls zonder vuren tot de vijandelijke stelling naderen. Slechts troe
pen die nog weinig of niets hebben medegemaakt vuren noodeloos en veel.
N. Dekking tegen 's vijands vuur.
De groepscdtn. zijn er steeds voor verantwoordelijk, dat hun
groepen niet noodeloos aan het vuur blootstaan en dus zoo
veel mogelijk gedekt zijn, dan wel zich in de minst kwetsbare
formatie bewegen.
Men moet nooit doen wat de vijand wenscht of wil en deze wenscht
uit den aard der zaak goedegroote doelen.
Wordt er niet gevuurd door de groepen, dan worden deze,
niet in beweging zijnde, zoo mogelijk geheel aan het vijande
lijk oog en vuur onttrokken en houdt alleen de groepscdt. den
vijand en het omgelegen terrein in het oog, daarbij zichzelf
eveneens niet meer blootgevende dan bepaald noodig is. Desnoods
kan hij bovendien een paar posten voor dat doel uitzetten.
Moet er gevuurd worden, dan komen uitzicht en vuuruitwer-
king in de eerste plaats in aanmerking en worden dienovereen
komstig de houding en dekking der schutters geregeld.
In beweging zijnde, is de minst kwetsbare formatie die in
Dl. II. 1903. 62