956
dende schampschoten en dergelijke blijven dus buiten beschou
wing.
De Civiel en Militair Gouverneur
van Atjeh en Onderhoorigheden
o. 1.
De Chef van den Staf
fw.g.) ten Broek.
Bijlage 3b.
Militair Commando
van
Atjeh en Onderhoorigheden.
No. 136.
Koeta Radja13 September 1900.
Commandementsorder.
Bij herhaling doet zich in den laatsten tijd het geval voor,
dat dwangarbeiders, bij colonnes ingedeeld geweest, naar het
Depot te Koeta Radja terugkeeren met een aanzienlijk incompleet
in hunne uitrusting.
Zoo bv. is het bijna regel geworden, dat het grootste deel
van de kapmessen ontbreekt.
Dat verloren gaan van uitrustingstukken is voor een goed
deel toe te schrijven aan onvoldoende toezicht van de colonne
commandanten.
Wanneer de dwangarbeiders behoorlijk in ploegen zijn inge
deeld, elke ploeg onder een mandoer, en de mandoers persoonlijk
verantwoordelijk worden gesteld voor de uitrusting van hunne
ondergeschikten, en wanneer daarenboven door of namens den
colonnecommandant dagelijks de uitrusting der dwangarbeiders
wordt nagegaan, dan heeft men een goede controle en bestaat de
gelegenheid om te controleeren of het zoekraken van uitrusting
stukken al of niet te wijten is aan onvoldoende zorg van de
gebruikers.
Een strenge toepassing van bovengenoemde maatregelen wordt