968 8. Overal waar in de bewoonde streken over voldoende sa- wahs wordt beschikt voor den rijstbouw, is verder het aanleggen van ladangs in het gebergte verbodentot het aanleggen van der gelijke ladangs moet door den bestuursambtenaar schriftelijke ver gunning zijn gegeven. 9. Wanneer troepen nachtverblijf betrekken in bewoonde gam- poengs, wordt het ontruimen van woningen of het maken van een tijdelijk logies geregeld in overleg met de aanwezige hoof den, op zoodanige wijze dat de bevolking den minsten overlast ondervindt, terwijl zij voor het gebruik der woningen of het kappen van materiaal schadeloos moet worden gesteld. Heeft een troep levensmiddelen noodig, dan moeten deze wor den gekocht, zoo mogelijk tegen contante betaling, of anders op bons, in dit geval met vermelding van de plaats waar betaling kan worden verkregen. Indien de gampoengs, waar nachtverblijf betrokken wordt, ver laten zijn, mag vrijelijk beschikt worden over de woningen tot. logies, mag vrijelijk bamboe voor bouwmateriaal gekapt worden en op aanwezige padivoorraden, en zoo noodig ook op vee, beslag worden gelegd voor eigen gebruik. Noodelooze vernieling moet daarbij streng worden tegengegaan. Yoor brandhout mag nimmer hout van ledigstaande woningen,, schuren of stallen worden gebezigd; pinang en andere vrucht- boomen mogen nooit worden gekapt, ook niet voor bivouakbouw als anderszins. Noodelooze verontreiniging van woonhuizen of erven moet even eens strengelijk worden tegengegaan. 10. Mindere militairen, dwangarbeiders of koelies mogen zich niet in huizen begeven dan op bepaalden last van den betrok-' ken commandant. 11. Noch voor het doen van fourageeringen, noch om andere redenen mogen dwangarbeiders zonder militair geleide uitgezon den worden. 12. Het dragen van blanke wapens is alleen toegestaan aan Atjehers die daartoe eene schriftelijke vergunning (pas) hebben ontvangen van het civiel bestuur. De vergunning tot het bezit van vuurwapenen blijkt uit het geregistreerd en gemerkt zijn der vuurwapens.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 346