970 - troep geschoten wordt, dan wel volgens bericht eene vijandelijke bende aanwezig is, mag een colonne- of patrouillecommandant uit eigen beweging ter controleering de passen ter inzage vla gen, waarbij tegen ruwheid van ondergeschikten streng moet worden gewaakt. 16 Yan zonsondergang tot zonsopgang moet een ieder, die zich buiten de gampoengs beweegt, van licht voorzien zijn. Overtreders van deze bepaling worden aangehoudenbij vei zet of poging tot ontvluchten worden zij als vijanden behandeld. 17. Onderhandelingen met den Pretendent-Soeitan of met andere vijandige hoofden zijn verboden. Dezen behooren zich onvoorwaardelijk te onderwerpen en zoo lang zij zulks niet doen, is slechts één gedragslijn tegenover hen aangewezen: te trachten zich van hen meester te maken. 18. Indien colonnes of patrouilles de Gajolanden of de Alas- landen bezoeken, zullen zij steeds door een der civiele ambte naren of besturende officieren worden vergezeld. In die landen behoort het gebruik der wapens tot de strikte noodzakelijkheid te worden beperkt, d. w. z. dat zulks alleen mag plaats hebben als van de zijde der bevolking vijandelijk heden worden gepleegd en dan ook alleen daar waar zulks ge schiedt, zoodat ondervonden vijandelijkheden in een bepaalde streek geen aanleiding mogen geven tot gewelddadig optreden onzerzijds in een ander gedeelte van het gebied. 19. Alle voor Atjeh vastgestelde bepalingen omtrent onze gedragingen ten opzichte van eigendommen der bewoners moeten ook stiptelijk worden nageleefd bij tochten in de Gajo-of Alas- landen; alleen wordt aangestipt: a. dat het voor Atjeh geldend verbod betreifende ladangbouw in het gebergte niet geldt voor deze berglanden; b. dat van alles wat eventueel voor onder houd van troepen en trein wordt genomen in streken waaruit hoofden en bevolking gevlucht zijn aanteekening moet worden gehouden, opdat later nog betaling kunne volgen, en c. dat ver nieling van buiten de gampoeng of woonplaatsen verborgen voor raden niet mag plaats hebben. Buitgemaakte wapens. 20. Blanke wapens, die buitgemaakt worden, moeten door

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 348