979 te vinden, desnoods op eigen kosten door, middels het plaatsen van beschotten, het huis in tweeën verdeelen (ook de hijgebouwen?); daaromtrent las ik onlangs ik herinner mij niet meer waar „een bepaling die reeds lang uit den tijd is en waarmee het gouvernement gebaat is ten koste zijner dienaren." 2e. Indien een officier door de omstandigheden gedwongen is om bij overplaatsing zijn gezin achter te laten (gewoonlijk ge zondheidsredenen, die verhuizing beletten), dan wordt hem als groote gunst toegestaan om de betrokken woning aan te hou den, doch tegen stilstand van alle aanspraken op huisvesting of indemniteit voor zijn persoon en met het vooruitzicht voor het gezin om, indien een belanghebbende ter plaatse aankomt, nog denzelfden dag het huis te moeten ontruimen Ik laat nu aan ieder lezer over om te beoordeelen of de be trokken persoon—gewoonlijk een officier der lagere rangen vol doende traktement heeft om op die wijze twee huishoudens te bekostigen en of een ruimer opvatting het Land in ander opzicht niet meer voordeel zou opleveren, te meer daar geldzorgen in de luitenantsrangen niet anders dan een storenden invloed op de werkkracht der luitenants kunnen hebben. 3e. Hoewel het tarief No. 36 spreekt van luitenants en onderluitenants en verder omtrent 'rang en anciënniteit der eersten niets aangeeft, is het noodig gevonden om wederom bij aanschrijving de toelichting te geven, dat met inachtne ming der bestaande voorschriften de beste woningen aan de oudste luitenants zullen worden aangewezen. Hoe daaraan te voldoen is door toch den regel te volgen: „wie aan de beurt is krijgt een huis", is mij een raadsel; ook hierbij kan men zeggen „in theorie heel mooi, doch in de practijk niet uit te voeren". 4e. Aan bepaalde personen is toegestaan om in sommige ge vallen hunne woning op te zeggen, doch alleen wanneer de wo ning aan een ander kan worden aangewezen. Blijkbaar is ook hier geen rekening gehouden met de belangen van den betrokken persoon; indien toch geen rechthebbende aan wezig is, krijgt de betrokken persoon geen indemniteit en zal hij bv. bij verlof wegens ziekte zijne huisvesting moeten bekos tigen van zijn traktement. En is het een rechthebbende op eene Dl. II 1S03. 61

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 357