985 Onder de Engelsche officieren vond men echter aanhangers van nieuwere denkbeelden, voornamelijk onder hen, die ondervinding hadden van den strijd tegen de welbewapende, juistschietende stammen der Indische grensstaatjes; zij waren overtuigd, dat de tactiek der toekomst zijn zou: individueele bekwaamheid in het gebruik van het geweer, verspreid optreden en een zorgvuldig ge bruikmaken van dekking. Doch hunne opvattingen hadden, toen de oorlog uitbrak, nog geen ingang gevonden. De officieele voor schriften hielden wel is waar rekening met de eischen van den modernen oorlog, maar een groot deel der officieren was van meening, dat oorlogvoeren op het exercitieveld te leeren was. Het vasthouden aan meetkunstig rechte liniën en bepaalde afstanden, het doen zwenken van een linie met de regelmatigheid van een uurwerk, benevens menig andere 18e eeuwsche opvattting, werd ook bij manoeuvres nog door hen gehuldigd. De tactiek van cavalerie en artillerie berustte op dezelfde denkbeelden; het aanvallen in gesloten formatie, het onmiddellijk in linie brengen der vuurmonden met gelijke tusschenruimten en andere derge lijke manoeuvres werden bij voorkeur beoefend. Wat betreft het materiaal, waaruit het Engelsche leger bestond, de manschappen werden hoofdzakelijk gerecruteerd uit de laagste volksklassen, vooral uit de groote steden, en stonden over 't al gemeen physiek en intellectueel beneden het peil van den gemid delden Engelschen burger. Eens in het leger opgenomen werd dit materiaal veel verbeterd. Goede voeding en menigvuldige gymnastische oefeningen ontwikkelden den recruut spoedig licha melijk, terwijl de krijgstucht een goeden invloed op de karak tervorming van het meerendeel had. In de laatste jaren is het sociale en zedelijke leven van den Engelschen soldaat veel ver beterd, door de pogingen der officieren om het hun in de kam pementen zoo aangenaam mogelijk te maken en hen af te hou den van drinken en losbandigheid. Een groot gedeelte van zijn tijd besteedde de Engelsche sol daat aan exercitiën, wat ongetwijfeld zijn nut heeft bij de eerste opleiding, doch veel er van bestond uit zinledige oefeningen zon der eenig militair nut. Drie weken in het jaar werden er veld-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 363