990 In stede daarvan heerschte er een voortdurende drukte over de kleinigheden van den dagelijkschen dienst en een vaag ver trouwen, dat de Engelsche moed en goed geluk altijd wel met glans uit den oorlog te voorschijn zouden komen, zoo die mocht ontstaan. Het leger werd beschouwd, minder als een werktuig voor den oorlog, dat in gereedheid gehouden moest worden, dan wel als een staatsinstelling, die om haarzelfswille bestond. v. d. B. (Wordt vervolgd).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 368