EERSTE HELP OP HET SLAGVELD BIJ HET OPTREDEN TEGEN EEN BL1TENLANDSCHEN VIJAND. Het is U bekend, dat de vuurwapenen, waarover ontwikkelde volken tegenwoordig voor den oorlog kunnen beschikken, veel verder reiken dan de vroeger daartoe gebezigde, m. a. w. „het gevechtsveld is ten minste in open en vlak of lichtgolvend terrein zeer in diepte toegenomen." Bovendien is de onveiligheid op het gevechtsveld grooter ge worden door het grooter indringingsvermogen der kogels; het verblijf achter velerlei dekkingen, die vroeger voldoende waren, zou nu gevaarlijk zijn. Eene regeling van den G. D. 1) op het slagveld der toekomst zal met zooevengenoemde omstandigheden rekening moeten houden. In de volgende bladzijden heb ik de strijdvragen betreffende de regeling van den G. D. in de voorste linie tot een beknopt geheel bijeengebracht. 2) 1. Taak van den ziekendrager in de vuurlinie. Hieromtrent is men het wel eens, dat de taak van den zieken drager d.w.z. van hem die nooit eenig onderricht in ver bandleer en de kennis der eerste hulp bij ongelukken ontvan gen heeft uitsluitend bestaan moet in het vervoeren van ge wonden. Immers, zelfs het aanleggen van een eenvoudig ver band (z.a. „het verbandpakje") vereischt deugdelijke vooroefening, zal het nuttig in plaats van schadelijk werken. Dat combattanten zich, zonder uitdrukkelijk bevel, niet met het vervoer van gewonden zullen inlaten behoudens in het geval, dat voor een inlandschen vijand moet worden teruggetrokken spreekt wel vanzelf. Mocht zich echter de dringende noodza- 1) G. D. geneeskundige dienst. 2) De gegevens daartoe ontleende ik voornamelijk aan de belangrijke studiën van de officieren v. gezondheid A. Arn J. Quanjer en Dr. D. Romeijn, opgenomen in het Mil. geneesk. Tijdschrift.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 369