994 „de arts zich ongehinderd bewegen kan en waar hij niet be- „hoeft te vreezen, dat de verwonden hem onder de handen zul- „len worden doodgeschoten, kan de arts nattig werkzaam zijn. „Chirurgie in de vuurlinie is ongeveer evenveel waard als wasch „drogen in den regen". Het is mij niet mogelijk gevallen aan te geven, waarbij het verblijf van een off. v. gez. in de vuurlinie naar bevrediging is te verdedigen. Natuurlijk blijft het geval, dat in eene voorbe reide verdedigingsstelling goed gedekte gemeenschap naar ach teren aanwezig is, hierbij buiten beschouwing. Uit het hierboven opgemerkte volgt, dat er veel voor te zeggen valt niet alleen het wegdragen van gewonden uit de vuurlinie, doch ook het verleenen van geneeskundige hulp op het gevechts- veld te verschuiven tot eene gevechtspauze, totdat het gevecht zich naar elders verplaatst, of tot na afloop van het gevecht. De taak van den G. D. zal hierdoor verzwaard worden, o.a. omdat met het werk waarschijnlijk niet zelden eerst bij het intreden der duisternis zal kunnen worden begonnen. 5. Regeling van den dienst der ziekendragers. Bij de regeling van den dienst der ziekendragers valt op twee hoofdpunten te letten. Ie. Er moet toezicht op hun werk zijn om aan de te vervoeren gewonden zooveel mogelijk eene zachte behandeling te verzekeren; ook is dat noodig ter handhaving der krijgstucht, vooral om te zorgen dat de dragers zich niet, wanneer gevaar dreigt, aan hun dienst onttrekken. 2e. Er moet gelet worden op eene doelmatige verdeeling van arbeid. Daarbij is in het oog te houden, dat de drager aan het hoofdeinde het eerst behoefte heeft aan aflossing, daar hij ongeveer van den last te dragen heeft. Zijn de door de ziekendragers af te leggen afstanden groot, dan moeten wisselplaatsen worden aangewezen. Gaven wij in het bovenstaande de voornaamste vraagpunten aan, welke zich bij de regeling van den G. D. in de vuurlinie

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 372