660
Watervalsdrift, bewees, dat de vijand onze bereden infanterie
beschoot, die den weg bezet hield.
De cavaleriebrigade was niet waar te nemen, doch Martyr
vertelde, dat het Broadwood gelukt was den vijand te ontkomen
en zijn brigade weer formeerde, een mijl of twee van ons af,,
op den weg naar de Waterwerken en dat hij zijn trein en zeven
vuurmonden verloren had.
Na de berichten, te Springfield en onder weg vernomen, had
ik niets beters verwacht en was integendeel op erger voorbe
reid. Broadwood en zijn brigade waren ondanks de geleden
verliezen in veiligheid en onze langzame opmarsch, die mij zoo
gehinderd had, had dus blijkbaar geen ongunstigen invloed gehad.
Was mijne divisie bereden geweest, dan had zij toch niet
vroeger ter plaatse kunnen zijn dan ik, die aankwam, toen het
gevecht geëindigd was en de veroverde kanonnen reeds ver
voerd waren.
Het eenige, waarover gedacht kon worden, was dus op welke
wijze de vuurmonden terug te krijgen. Ik begreep, dat dit
slechts door de cavalerie volvoerd kon worden, wantin het gun
stigste geval konden we niet hopen de rivier voor 5 uur n.m. te
bereiken, op welk tijdstip de Boeren een voorsprong van 5 of 6
uur op ons zouden hebben.
De 9e divisie bewees herhaaldelijk, dat ze bereid was het mo
gelijke, ja vaak het onmogelijke te beproeven, maar het kon niet
gewaagd worden na een marsch van 20 a 22 mijl een tocht in
de heuvels te ondernemen.
Wilde de cavalerie nog iets verrichten, dan ware het gewenscht,
dat ze den Boeren den terugtocht afsneedhet scheen me dus
het best, hiertoe onverwijld maatregelen te nemen.
Ik telegrafeerde naar het hoofdkwartier om den toestand toe
te lichten en meldde, dat ik verder zou marcheeren, zoodra mijn
infanterie aangekomen was. Ik had VOO man bereden infanterie
en de rest van Broad wood's afdeeling en hoopte, dat deze laatste
na de rust in staat zou zijn met de bereden infanterie op te
rukken. Ik besloot bij de Watervalsdrift ovei te steken en-een
stelling in te nemen, van waar de cavalerie den terugtochtsweg
van den vijand kon afsnijden.
Tegen 11.40 v.m. naderden de eerste ruiters van de voorhoe-