1024: 2e het gebruik van G. is veel minder gevaarlijk dan dat van G.K. bij het vuren over eigen troepen; 3e niet springen van de G.K komt meer voor dan van de G. Aannemende dat de G.K. een tijdschokbuis voert, kan het inschieten steeds met verlaagde springpunten plaats vinden, waar bij alle schoten, die nu buiten beschouwing moeten blijven wegens het niet of het in den tweeden boog springen, dan evengoed mede helpen ter baanbepaling, terwijl de lage springpunten gegevens verstrekken omtrent den brandtijd. Aangenomen mag dus wor den dat bij de minder groote nauwkeurigheid, die bij G.K. vuur geëischt wordt het inschieten in de toekomst niet aanmerke lijk langer duren zal dan bij G. vuur. Het is overigens begrijpelijk, dat men bij de vele voordeelen, die de G.K. biedt eenige nadeelen in den koop moet nemen. Voorts maakt Artilleur op blz. 35 een toespeling, die we hier even nader wenschen te beschouwen, hij zegtnl., dat van de 70 maal, dat men bij gevechtschieten overging van G. of G.K. vuur tot het voortgezet vuur met G.K., men 25 maal niet ingeschoten was. Hieruit is licht af te leiden, dat dus het G.K., vuurwegens het moeilijke inschieten bedroevende uitkomsten moet opleveren. Wanneer men evenwel de resultaten vergelijkt van G. vuur en van G. en G.K. vuur, gevolgd door voortgezet vuur met G.K. dan ziet men, dat men le bij granaatvuur in 28 2e bij inschieten met G., voortgezet vuur G.K. in 33 3e G.K. n 30 der gevallen niet ingeschoten was 1), waaruit volgt, dat G. en G.K. vuur op onze schietterreinen elkaar al bitter weinig toegeven. De tweede grief, het gevaar bij vuren over eigen troepen, moet minstens genomen, sterk overdreven genoemd worden. Het percentage ontijdige springers bepaald uit 4859 G. en 6978 G.K. verschoten bij de practische oefeningen 1), bedraagt voor granaten 0.0006 voor de G.K. 0.004 zoodat m.i. de infanterie noch voor het eene noch voor het andere projectiel vrees behoeft te koesteren. Het meeste gevaar levert echter de ontijdig sprin gende B.G. voor de bediening der artillerie, aangezien de kans niet uitgesloten is dat scherven terugvliegen, terwijl de ontijdig 1) Bepaald uit het B. O. 1899-1900 en 1901.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 402