1036
herhaling aan de tucht mocht vergrijpen„arrest" te geven
en hem zoodoende te verleiden dat aantal dagen met de kame
raden in „gepaste vroolijkheid" door te brengen, daarbij steeds
„krijgstucht" aankweekende
—Moet aan mijn sergeant-majoor (de moeder van de compagnie
een goed onderofficier opvolgend arrest, politiekamer, pro
voost en cachot opgelegd en moet hij ten slotte teruggebracht
worden tot den stand van soldaat en dat alleen om zijn onge
schiktheid als administrateur te bewijzen en hem te straffen voor
herhaalde tekortkomingen op dat gebied?
Zal het strafexerceerenmaar ik kan den zin niet
voleinden, want voor mijn geest doemt het beeld op van die
Hollandsche, zonnige binnenplaats en dien schaduwrijken boom
op snikheeten Julidag.
Op die binnenplaats ziet het raam uit van des adjudant-onder-
officiers kamer onder den schaduwrijken boom is niemand te
ontdekken.
Daar worden de luiken van het raam gesloten. Het waakzaam
oog van den bewoner is geloken!
De koporaal-strafpelotonzoo even vol lawaai, thans zonder
conversatievlijt 't lichaam tegen den stam van den schaduw
rijken boom
En op de zonnige binnenplaats, in wijden kring om den boom,
sjokt met éénen in sukkeldraf zwoegend onder gepakten ransel
de tuchtklas
Langzamerhand worden de onderlinge tusschenruimten
grooter de gelijkmatigheid van den looppas gaat verloren
rechts en links treden soldaten uit het gelid; enkelen blijven
staan, amechtig leunend op den geweertrompanderen gaan zit
ten, zuchtend: „ik kan niet meer"
Als dan eindelijk de laatste man zich heeft „laten zakken",
roept de korporaal van de schuit zijn toerenvaarders van de zon
nige binnenplaats tot zich, om onder den schaduwrijken boom
te „rusten".
De onder-adjudant, die 't laatste bedrijf heeft afgeloerd, bromt
in z'n baard:
„Strafexerceeren is pesten of slabakken."
Is het opleggen van en het stellen in voorloopig arrest zóó