1040
Het humaniteitsbeginsel ziet in straffen een kwaad
De idealist noemt dit kwaad vermijdelijk.
Art. 3
„De krijgstuchtelijke straffen voor officieren zijn:
„lo berisping (Kr. 6);
„2o licht arrest van ten hoogste 14 dagen;
„3o streng arrest van ten hoogste 14 dagen.
Art. 6 omschrijft de straf van berisping:
„Zij kan mondeling of schriftelijk geschieden. Een aanmer
king of terechtwijzing geldt niet als straf. Mondelinge beris-
„ping kan geschieden zonder verdere formaliteit, dan wel in
,,'t bijzijn van een of meer officieren van niet lageren rang en
„van niet minderen ouderdom in rang dan de berispte."
Wat de berisping inhouden moet, is niet meegedeeld.
Volgens het bovenstaande is de normale gang bij krijgstuch-
telijk vergrijp dus dezeaanmerking terechtwijzing beris
pinglicht arrest streng arrest; de laatste drie zijn straffen.
Is berisping een straf?
Ja, als zij op hooghartige wijze, met militaire kortheid woidt
toegediend (standje), maar dan wekt ze verbittering en beant
woordt niet aan het doel met straffen beoogd.
Is de berisping echter (zooals ik ze bedoel) een met hoogen
ernst, vaderlijk onder het oog brengen van een begane fout, waar
door de schuldige zijn vergrijp eerst in volle klaarheid onder de
oogen ziet; een vermanend wijzen op het verkeerde van de daad
met al hare gevolgen, op een toon die het hart van den over
treder roert en bij hem de belofte doet rijzen: „ik zal nooit en
nooit meer zondigeneindigt de berisping met het grijpen van
de toegestoken hand, die in opwellende dankbaarheid krachtig
(misschien wel al te krachtig) wordt gedrukt. dan is bei^.s-
ping geen straf tenzij het in de bedoeling van de wet mocht
liggen er toch aanteekening van te houden, waardoor de beris-
per een huichelaar zou worden
Zóó berispen is moeilijk, voor de groote meerderheid van
strafopleggers niet doenlijk en daarom „als straf" af te keuren-
Maar dat ze machtigen invloed heeft en krachtdadig nawerkt.