1063
tengewoon gunstig mochten zijn. Deze rivier stelt hij zich voor
in één dag te bereiken. Daar verder de mogelijkheid niet was
buitengesloten, dat de spoorbaan ook ten N. van de kali Pasang-
grahan onbruikbaar was gemaakt, besluit hij in zijn marsch-
bevel slechts bevelen te geven tot het bereiken van die rivier
-en nader te overwegen wat hem verder te doen staat. Wel is
waar zou het met het oog op evenbedoelde omstandigheid wen-
schelijk zijn om het bij de colonne ingedeelde detachement genie
troepen al van Tanah Abang af de spoorbaan te doen volgen
om vernielde gedeelten te herstellen, maar aangezien dit wapen
zoowel bij den opmarsch als bij het nabij de kali P. verwacht
wordende gevecht groote diensten zou kunnen bewijzen, besluit de
bevelhebber het aanvankelijk in de marschcolonne in te deelen.
De wegen die voor den opmarsch, aanvankelijk naar de kali
Pasanggrahan, ten dienste staan zijn die over:
1. Tanah Abang-Zuid, Karet, Koeningan, Mampang en van
hier in W. richting naar Kebajoran.
2. Djati, Pal merah, Djepang, Petoendoean, Petjandran, naar
den sub 1 genoemden.
3. Djati, Pal merah, Djepang, Petoendoean, Tanah merdika
naar den weg sub 4.
4. Djati, Pal merah, Kemandoran-N., Soekaboemi, Keman-
doran-Z.
De eerstgenoemde weg, voerende over de Kroekoetrivier, waar
van de overgang door den vijand vernield kon zijn, laat hij om
deze reden buiten beschouwing. Bovendien is deze weg enkele
kilometers langer dan de overige, en gelden ten aanzien daarvan
althans ten deele dezelfde overwegingen, die de sub 2 en 3
genoemde minder verkieslijk voor den opmarsch doen zijn.
De wegen sub 2 en 3 genoemd, waarvan de laatste iets korter
is dan die sub 4, hebben het nadeel van karrewegen te zijn, zoo
dat daar meer moeilijkheden zijn te verwachten dan bij den
weg sub 4, die over het grootste gedeelte verhard is en waarvan
men mag aannemen dat de overgangen van steviger samenstel
ling zullen zijn dan die in de overige wegen.
In verband met het nabij de kali Pasanggrahan verwacht wor
dende gevecht, behoort de marsch der treinen zoodanig te worden
geregeld, dat van opstopping op den weg, noch van mogelijk ver-