1066 zichzij tracht de hindernis te overschrijden. Dit gelukt zonder veel inspanning, echter veroorzaakt het overtrekken der natte sawah eenig oponthoud. Terwijl cavalerie en wielrijders deze hindernis overwinnen, komt een bericht van de linkerpatrouille, meldende dat de brug gen in den weg ten W. van kg. Djepang en in de spoorbaan vernield zijn, doch dat de patrouille de waterleiding heeft kunnen doorwaden en haren marsch voortzet. Op het oogenblik dat de wielrijders de hindernis over zijn komen de genietroepen van de voorhoede aan, die onmiddellijk de over gangen herstellen. De voorhoedecavalerie gaat inmiddels op dezelfde wijze over als de voorgaande afdeelingen. Met gebruik making van de medegenomen materialen (kreedekken) eischt het herstellen der bruggen ongeveer J uur. Bij Pal merah aangekomen verneemt de commandant der Noordpartij, dat de spoorbaan bruikbaar is tot aan de halte van dien naam, doch dat de overgangen over de waterleidingen ten Z. daarvan zijn vernield. Hij zendt hiervan bericht naar Tanah Abang, verzoekt den aldaar gereed gehouden werktrein met materialen naar evengenoemde halte te zenden en geeft de sectie genietroepen, ingedeeld bij de hoofdcolonne, den last om een aanvang te maken met het herstellen der vernielde gedeelten. De zelfstandige cavalerie, die inmiddels hare verkenning heeft voortgezet en bij Soekaboemi (hoogtepunt 25) een patrouille in W. richting naar de kali Pasanggrahan heeft gezonden, met last om die rivier te verkennen en verder den rechter oever dier terreinafscheiding te volgen, ontvangt bij het omslaan van den hoek ter hoogte van paal 9 eenige schoten uit Z. richting. Aangezien dit het eerste zekere bewijs is dat de vijand zijne stelling nog niet heeft ontruimd, wordt onmiddellijk bericht aan den bevelhebber gezonden. Intusschen heeft een deel der wielrijders zich aan weerszijden van den weg opgelost en een paar salvo's afgegevenzoodra bemerkt wordt dat het vuur niet wordt beantwoord, rukt de cavalerie verder. In den N. rand van Kebajoran aankomende ontvangt de cav. cdt. bericht van de rechterzij patrouille, dat deze bij Pengoemben de brug over de kali Pasanggrahan vernield, de rivier zelf ondoorwaadbaar heeft bevonden en dat zij bij het naderen der rivier bij landhuis Oeloe

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 444