666 wordt om het gevecht in te leiden, dan zal de eventueel daarbif ingedeelde artillerie moeten wachten op den last van haar com mandant, die in dit geval niet bij den algemeenen bevelhebber, maar bij den voorhoedecommandant is en van dezen laatste zijn bevelen ontvangt. De artillerie zal dus steeds ook zonder de aanwezigheid van haar eigenlijken commandant of orders van dezen weten, dat zij tijdig den last tot oprukken zal ontvangen en niet onbewust te ver door kan marcheeren. Wanneer de bevelhebber in algemeene trekken heeft beslist: e bestemming waarmede, de plaats waar, en het tijdstip, waarop de artillerie in werking moet worden gebracht, dan is het oogen- ik gekomen, waarop de A. C. zijn stelling gaat verkennen. Dy het vooruitgaan met den bevelhebber heeft hij den comman dant van den gevechtstrein laten waarschuwen door zijn trompet ter. Alsnu zijn dus bij het verkennen tegenwoordig: de A C (we hebben boven aangenomen als voorbeeld een batterij, dus de B. C.) en de comm. G.T., beiden met een trompetter. Het is strikt noodzakelijk om zoo weinig mogelijk menschen aan de verken ning te laten deelnemen, aangezien er dan des te minder kans is, dat die verkenning door den vijand wordt opgemerkt. Meer menschen dan bovenstaande zijn ook persé onnoodig, want wat zijn de te verrichten werkzaamheden? De B. C. bepaalt de strook, waarin de zes of vier stukken moe- en komen te staan en doorloopt daartoe te voet die strook om te beoordeelen of er voor al de stukken plaats is. De trompetters houden gedurende dien tijd de paarden van den B. C en den comm. G. T. vast en stellen zich daarmede geheel verdekt op. Het bepalen der plaats voor den G. T. is meestal het werk van een oogenblik, omdat daarbij alleen dekking en oprijweg beoor deeld behoeven te worden. De comm. G. T. moet zich dus mijns inziens bij den B. C. bevinden en kan dan met dezen de noo- dige afspraken maken omtrent de wijze van aanvulling der mu nitie enz. Ook daardoor krijgt die comm. G. T. de gegevens voor de taak, die wij hem nu wenschen op te dragen n.l. de batterij te gaan waai schuwen voor het oprijden, en den waarnemenden B. C. al ce inlichtingen te verstrekken, noodig voor dien opmarsch. Is

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 44