1072 van den opmarsch- of hoofdterugtochtsweg, zoo min mogelijk in de nabijheid van terreinvoorwerpen die het vijandelijk artil lerievuur tot zich trekken, niet achter of nabij een artillerie opstelling en nimmer op een weg. Bij de verdediging worden al dadelijk de opstellingsplaatsen uitgekozen en ingericht. Waar mogelijk moet de opstelling dek king verschaffen tegen vuur (spoorwegdijk, heuvel enz.). Waar dit niet mogelijk is moet voor gezichtsdekking gezorgd worden. Zij moet verder door een terreinafscheiding, heg, sloot, muur of wal beveiligd zijn tegen het gevaar van door terugtrekkende troe pen of ruiterij te worden overhoop geloopen of gereden. Uit de gevechtslinie moet de plaats gemakkelijk bereikbaar en te vinden zijn. Yoor het transport naar achteren moet over een weg beschikt kunnen worden. In de nabijheid moet zuiver water verkrijgbaar zijn, terwijl het wenschelijk is dat de plaats koel en schaduwrijk zij en gelegenheid biede ernstig gekwetsten onderdak te brengen. De hulp- en hoofdverbandplaatsen worden aangeduid door een witte vlag met rood kruis en de nationale vlag, 's nachts boven dien door een roode lantaarn. Dekkingsdetachementen mogen daarbij niet worden ingedeeld wel mag daarbij door gewapenden politietoezicht worden uitge oefend. De hulpverbandplaatsen worden gevormd uit het personeel bij de korpsen ingedeeld. Waaruit dit bestaat vindt men in de oorlogsorganisatiën (Algemeene order No. 54 van 1901). Yoor een of twee bataljons wordt in den regel niet meer dan één hulpverbandplaats opgericht, terwijl het aantal voor drie tot vier bataljons niet meer dan twee bedraagt. Een en ander houdt echter verband met de uitgestrektheid van het gevechtsfront en den aard van het terrein. Voor de in vereeniging met infanterie strijdende hulpwapens wordt bij voorkeur geen afzonderlijke hulpverbandplaats aange wezen; de gekwetste militairen van deze wapens worden op genomen in de naastbijzijnde hulpverbandplaats der infanterie Ten slotte mag bij het hier behandelde voorbeeld niet onop gemerkt blijven, dat het terrein vóór de stelling den verdediger geen gelegenheid biedt om den vijand door vooruitgeschoven

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 450