1085 over dat jaar gebezigd de na te noemen in Nederlandsch-Indië te ontvangen middelen, te weten Departement van Oorlog. 79. Bijdragen voor de opleiding van jongelingen bij het pupillenkorps. 80. Boeten en andere ontvangsten, voortspruitende uit contracten van aanneming en uit leverantiën. 81. Terugbetaling van verplegingskosten in de hospitalen door patiënten, voor eigen rekening opgenomen. 82. Artillerie-constructiewinkel. 83. Topographisch bureau en lithographiscb etablissement. 84. Verkoop en verhuur van voor 's lands dienst bestemde bruikbare vaste en andere goederen. 85. Verkoop van onbruikbaar geworden en overtollige vaste en andere goederen. 86. Stoomtramwegen in Atjeh. 87. Ijsfabriek te Koeta Badja. 88. Militair telephoonnet in Atjeh. 89. Terugbetaling van voorschotten, vóór dit dienstjaar aan militairen en tot het departement van oorlog behoorende burgerlijke landsdie naren verstrekt. 90. Andere ontvangsten. Memorie van Toelichting. 1. enz. 2. De ontworpen begrooting voor 1904 wijst de volgende eindcij fers aanenz. Onder de uitgaven komen thans voor de volgende bedragen voor wer ken, die in meerdere of mindere mate als productief zijn aan te merken. Aanschaffing van persen voor de zoutbriquetteering f 182 000 Aanleg van buisleidingen tot aansluiting van particuliere woningen aan de drinkwaterleiding te Soerabaja 100 000 Productieve irrigatiewerken1 125 000 Haveninrichtingen te Makasser342 000 Aanleg en uitbreiding van spoorwegen7 307 000 Aanleg van den Atjehtramweg2 995 000 f 12 051 000 Het geraamde te kort komt dus ongeveer overeen met het bedrag dat begroot is voor uitgaven, waarin door leening kan worden voorzien. Dit betrekkelijk gunstige resultaat is evenwel alleen verkregen a. door een werk als de aanleg van de Atjehtram, dat tot nu toe geen directe baten oplevert, als productief te beschouwen;

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 463