1090 de verstrekkingen aan andere departementen van algemeen bestuur, aan de opiumfabriek, aan de kinaonderneming, aan 's lands plantentuin, enz. De gestadige toeneming van dien arbeid maakt het noodig, dat voort aan alle militaire apothekers voor die werkzaamheden eene toelage ont. vangen, welke voor hoofdofficieren op f 60 en voor de subalterne officieren op 40 's maands is te stellen. Volgens de formatiecijfers van den pharmaceutischen dienst zou dan jaarlijks zijn te betalen aan 2 hoofdofficieren 2 X 12 X 60. f 1 440 22 subalterne 22 X 12 X 40. 10 560 f 12 0C0 Trekt men hiervan af de bij onderdeel f van onderaf- deeling 69 der begrooting van 1903 uitgetrokken som voor toelagen aan de te Semarang en Soerabaja geplaatste apo thekers ad4 800 dan komt men tot het resultaat dat de maatregel eene hoogere jaarlijksche uitgaaf zal vorderen vanf 7 200 alzoo minder dan het op pag. 26 der Memorie van Toelichting betreffende die begrooting aangegeven bedrag ad 7440 van de bezuiniging, welke met de aldaar behandelde reorganisatie van den pharmaceutischen dienst wordt verkregen. Intusschen eischt de billijkheid, dat de eenmaal aan de te Semarang en Soerabaja geplaatste militaire apothekers toegekende toelagen behouden blijven zoolang de titularissen ter plaatse in hunne betrekkingen werkzaam zijn. De overgangstoestand vordert dus eene hoogere uitgaaf van f 1920, welke geleidelijk zal verminderen, totdat na verloop van ongeveer vier jaren de normale toestand zal zijn verkregen. VII. Oorlos. Wel is het eindcijfer van deze afdeeling f 390152 hooger dan dat op de loopende begrooting, maar daarbij mag niet voorbij gezien worden, dat ditmaal meer is uitgetrokken voor aanleg en exploitatie van de Atjeh- tram f 498000; weshalve de raming der eigenlijke oorlogsuitgaven om streeks f 108000 beneden die voor 1903 blijft. Overeenkomstig hetgeen werd toegezegd in de Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag van de Tweede Kamer der Staten-Generaal betreffende de Indische begrooting voor 1903 (bladz. 47) is weder een bedrag van ruim 500000 uitgetrokken in het belang van de defensie van Java tegen een buitenlandschen vijand, namelijk:

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 468