1092 - 2 sergeant-majoor-kwartiermeesters tegen vermindering met 1 majoor-intendant; 2 kapitein-intendanten, en 1 luitenant-magazijnmeester. Ten gevolge van een en ander zal de normale formatie ongeveer f 8000 's jaars meer kosten, en wel voor traktementen f 4566; voor huishuur- indemniteit f 2580 en voor indemniteit voor levensmiddelen f 878. In verband daarmede wordt op onderafdeeling 95 f 8670 meeren op onderafdeeling 97 f 4104 minder aangevraagd. Met het oog op de globale raming van de onderafdeelingen 110 (huis huur) en 117 (levensmiddelen), bestaat er geen aanleiding om die onder afdeelingen met de hooger genoemde bedragen van f 2580 en f 878 te verhoogen. Verder worden in deze begrootingsafdeeling, namelijk bij onderafdeeling lit, fondsen aangevraagd voor eene hoog noodige uitbreiding van het korps militaire paardenartsen. Het aantal paardenartsen der 1ste, 2de en 3de klasse, thans volgens de formatie acht bedragende, is beslist te geringdaarmede kan slechts zeer onvoldoende in den veterinairen dienst worden voorzien. Het is daarom noodig hun aantal op tien te brengen. Bij de Bevorderingswet voor de Landmacht 1902 (Staatsblad no. 89) is bepaald dat de militaire paardenartsen hier te lande in dienst zullen treden als paardenarts der 2de klasse (1ste luitenant) en dat zij, natiën jaren als zoodanig te hebben gediend, bevorderd zullen worden tot 1ste klasse (kapitein); deze regeling zal ook in het leger in Nederlandsch-Indië toepassing behooren te vinden. Verder wordt het in 's lands belang noodig geacht den rang van diri- geerend paardenarts (majoor), die bij het leger hier te lande bestaat, ook bij het leger in Nederlandsch-Indië in te voeren. Door dien rang bereikbaar te stellen, zal men de oudere ervaren kapitein paardenartsen langer voor den dienst kunnen behouden. Tot den werkkring van dezen majoor zal o. m. behooren de leiding van den veterinairen dienst bij het leger en het geven van adviezen be treffende de zich telkens voordoende vraagstukken op het gebied der vee artsenijkunde, ook in verband met de remonteering bij het leger. Overeenkomstig het bovenstaande zal het korps behooren te bestaan uit 1 dirigeerend paardenarts (majoor) en 9 subalterne officieren, waarvan ten minste twee den rang van kapitein, en de overigen dien van lste luitenant bekleeden. Verder bestaat het voornemen om de traktementsverhoogingen, die thans

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 470