669
■sons, om te voorkomen, dat men door een plotseling afgegeven
rafale van de vijandelijke artillerie (al was het ook slechts toe-
valsvuur) de noodlottige gevolgen in het verlies van een groot
aantal paarden zou moeten ondervinden.
Terrein- en andere omstandigheden kunnen in deze wijze van
aanvulling zooveel wijzigingen brengen, dat er zeker weinig be
paalds is voor te schrijven. In hoofdzaak dient dus de regeling te
worden overgelaten aan het beleid van den B. C. en den comm. G. T.
iets wat trouwens in het algemeen ook geldt voor heel de tegemvoor-
dige rechtwijze van de veldartillerie.
Ad 2°. Bij het van stelling veranderen zullen vrijwel alle on
der 1° besproken bijzonderheden zich opnieuw voordoen. Yan een
van stelling veranderen door een afmarsch in bataille recht voor
waarts zal wel zelden meer sprake kunnen zijn, aangezien thans
meer dan ooit het open terrein moet worden vermeden.
Wanneer dus door den A. C. de batterijstelling wordt over
gegeven aan den oudsten luitenant, omdat hij zelf een nieuwe
stelling moet gaan verkennen, zal hij daarbij den last moeten
.achterlaten óf om zijn nieuw bevel tot oprukken af te wachten
in de oude stelling, óf, wat hooge uitzondering behoort te zijn,
om die stelling te verlaten, den weg te bereiken en aldaar na
dere orders af te wachten.
In beide gevallen zullen mijns inziens steeds de stukken met
handen moeten worden teruggebracht, om daarna geheel buiten
's vijands gezicht te kunnen opleggen en afmarcheeren. Zoo mo
gelijk moet door het stuks- of sectiesgewijze uit de stelling
halen der stukken, terwijl de overblij venden hun vuur versnel
len, de vijand tot op het laatste moment onkundig worden ge
laten van de nieuwe plannen.
Naar mijn meening zal een Leidraad voor het gevecht der
artillerie" moeten bestaan uit:
a. een eerste deel, te noemen„algemeene aanwijzingen om
trent het verkennen en het innemen van stellingen" (waarin
overigens zoo groot mogelijke vrijheid wordt gelaten aan het
•beleid van den artilleriecommandant.).