1106
(57) Dit bedrag is te splitsen als volgt:
a. instructeurs en algemeene kosten
traktementen van 2 kapiteins van den generalen staf,
a f 3700 7 400,—
fouragegelden voor die officieren424,56
gratificatie voor uitrusting aan een van die officieren, die
in 1904 wordt vervangen600,
traktement van 1 kapitein-intendant3 500,
toelagen aan de overige leeraren2 700,
aandeel in de algemeene kosten der hoogere krijgsschool 14 877,17
b. officieren-leerlingen
traktement van 1 kapitein (voor krijgskundige studiën). 3 000,
traktementen van 2 kapitein-kwartiermeesters (voor de
intendance-studiën), a f 3000, van wie 1 over twaalf en 1 over
tien maanden5 500,
traktementen van 23 luitenants (voor de krijgskundige stu
diën), a f 2300, van wie 17 over twaalf, en 6 over drie
maanden42 550,
traktementen van 7 luitenant-kwartiermeesters (voor de
intendance-studiën), a f 2300, van wie 2 over twaalf, 2 over
tien en 3 over vijf maanden11 308,—
gratificatie voor uitrusting aan 9 nieuwe leerlingen, ad f 600
voor ieder5 400,
bijslag op de traktementen van de officieren, te detachee-
ren bij de Rijkslandbouwschool,'s Rijkscentraalmagazijn van
militaire kleeding en uitrusting, de Nederlandsche school
voor nijverheid en handel te Enschedé, en bij andere wapens 3 294,82
reiskosten van de leeraren in Indologische vakken naar
's Gravenhage en terug39,60
toelagen voor het deelnemen aan groote manoeuvres. 300,
reiskosten voor het bezichtigen van militaire inrichtingen,
fabrieken, en voor de zomeroefeningen2 150,
geneeskundige behandeling van de officieren, te detacheeren
te Wageningen en te Enschedé250,
f 103 294,15
waarvoor gesteld f 103 300
(58) Het aandeel in de kosten van de schietschool wordt in overeen
stemming met het VlIIste hoofdstuk der Staatsbegrooting geraamd op
f 20 136, terwijl voor munitie wordt gerekend op f 2800.
(59) De onderdeelen a en c zijn tot bestrijding van de gratificatiën
aan de officieren, belast met het geleide naar Nederland van de cadets