674 Door de gebrekkige bestaande toestanden heeft het inlandsche kader weinig of geen waarde: 1°. omdat het inlanders zijn; 2e. de inlandsche korporaal wordt voor niets gebruikt, nu het rondbrengen der orderboeken niet meer door hem geschiedt; 3e. de goede inlandsche cavaleristen, die men bij uitzondering toch wel heeft, brengen het na eenigen tijd tot lste klasse. Nu wil de algemeene order voor de kaderschool, dat lste klasse's teruggesteld worden tot 2de, als zij op school komen, hetgeen den man minstens f 0,04 per dag in traktement scheelt. Daar hij na voltooide opleiding als cavalerist 2de kl. in het eskadron terugkomt en hier dikwijls jaren op zijne bevordering wacht, is het geldelijk nadeel voor den bij den dag levenden inlander te groot om dit over het hoofd te kunnen zien. Hij wordt dan ook als regel geen lste kl. meer en staat nu, als geëxamineerd korporaal, onder eiken anderen lste kl. Wordt hij eindelijk korporaal, dan is hij alle op de school opgedane kennis vergeten. Waartoe deze terugstelling tot 2de kl., die alleen bij de cavie bestaat, dient, is nog niet duidelijk. Indien men den lBte kl., die het korporaalsexamen achter den rug had, korporaal titulair maakte op lste kl. traktement (als hij dit geweest was) en de l8te kl. plaats niet aanvulde, was reeds iets verkregen; 4°. het legerbestuur hecht zoo weinig waarde aan het inlandsche kader, dat de inlandsche wachtmeester dienst doet als Eur. kor poraal. En uitgaande van Dragomiroff's stelling, dat iemand de goede eigenschappen verkrijgt, die men hem toeschrijft, is om gekeerd van inlandsch kader, dat zijne nutteloosheid dagelijks voelt, niets te verwachten. 1) De laatste alinea van. 1, dat „de eskadrons Ct. de luitenants bij de pelotons indeelt naar zijn goedvindenwas reeds bij het compileeren van de Eskadronsschool een doode letter. Aanschrij vingen van het legerbestuur bepaalden (met weinig consequentie, of misschien uitgaande van het denkbeeld „beter ten halve ge keerd dan ten heele gedwaald") eerst, dat bij de inlandsche pe lotons de pas in Indië gekomen luitenants moesten worden in- 1) Al wordt door het legerbestuur aan het Europeesche kader een hongere plaats in geruimd dan aan het inlandsche, zoo valt daaruit onzes inziens nog niet de door schrij ver gehuldigde gevolgtrekking te maken. Redactie.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 52