677 Het wil mij voorkomen, dat een formatie, waarin de pelotons een grooteren afstand hebben, zeer nuttig zou zijn in bijzondere gevallen. B. v. bij het pelotonsgewijze snel oversteken van een open terreinstrook, het doortrekken van een pelotons défilé enz. Volgens het reglement kan dit niet. De ééne pelotonsbreedte is bindend en doodend Waarom verder te bepalen, dat „de eskadrons Ct. zich op de linker- of rechterflank der colonne bevindt, op een pelolonsbreedte daarvan verwijderd en ter hoogte van het midden der colonne," waar 11 aangeeft: „De eskadrons Ct. is gedurende de oefening niet aan een vaste plaats gebonden"? De opperwachtmeester zit op de tegenovergestelde flank als die, waar de eskadrons Ct. zich ophoudt. We zien dan ook dezen titularis steeds heen en weer vliegen van de linker- naar de rechterflank der colonne, al naar gelang de ritmeester rechts of links komt! 7 „Beschrijving en gebruik der colonne met tweeën en vie ren" geeft aan, dat de P. Ct. van het hoofdpeloton aan het hoofd van zijn peloton rijdt, de andere pelotons Cten links van de laatste afdeeling hunner pelotons, terwijl, zoodra de draf (beter ware versnelde gang") wordt aangenomen, zij zich aan het hoofd van hun peloton begeven en zulks om het tempo aan te geven en te onderhouden. Het beginsel is zeer zeker juist, doch de toepassing geschiedt niet en wel door de volgende fraaie zinsnede: „Zij handelen eveneens (d. i. gaan aan het hoofd zitten) op elk voorbereidings Co. van den Esk. Ct. Yolgens het reglement zitten dus eigenlijk de P. Cten altijd aan het hoofd van hun peloton, want om in beweging te komen is per sé een voorbereidings Co. noodig. Anders is het eerste „Hoofd der colonne rechts of links" genoeg om de P. Cten aan het hoofd te roepen. Evenzoo een eenvoudig trekken of opsteken van de sabel! De bedoeling is natuurlijk, dat de P. Cten op marsch in stap aan den staart zitten en anders niet. Maar om zoo iets in een reglement te zeggen, waren zes regels noodig en dan is het resul taat nog precies verkeerd

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 55