1197 echter ooit iets van den uiterst lastigen A. O. en Y. terecht ko men, dan dienen de oefeningen van meet af aan systematisch te worden gehouden en geleid. Het zal dikwijls onmogelijk zijn voor de patr. cdtn. schriftelijke meldingen te zenden. In dat geval moet het personeel in staat zijn mondelinge mel dingen juist over te brengen; hierop moet vertrouwd kunnen worden. „Een Troepenofficier" geeft als oefeningsmethode aanhet zeg gen van een melding door een officier en het gezamenlijk hardop herhalen daarvan door het te onderrichten personeel. Wij gelooven met ons niet jeugdig beroepspersoneel die fröbelmethode ont groeid te zijn, maar men wachte zich voor verwaarloozing van den ordonnansendienst. Over het hierbij noodzakelijk vertrouwd zijn met kaartlezen en terreinrijden zij hierachter onder het hoofd: „Opmerkingen" nog iets gezegd. Tot het verrichten van den ordonnansendienst is eenig begrip van indeeling bij troepencolonnes voor het personeel noodza kelijk. Patr. cdtn., die ordonnansen uitzenden, zullen zorg dragen de ze omtrent de plaats van terugkomst, na afloop der melding, nauwkeurig in te lichten. De art. cdt. zal dan nog wel beslissen of de ordonnans terugkeert, dan wel in zijn gevolg blijft met het oog op het vormen van nieuwe patrouilles. b. Opheldering en verkenning. Terrein- en doelverkenning worden hier afzonderlijk genoemd en besproken. De reden er van is meer om de verrichtingen van elk te doen uitkomen, dan wel om aan te geven dat iedere verkenning op zich zelf staat. Het tegendeel is waar. Gewoon lijk zal aan een patrouille, belast met de doelverkenning (Ziel- aufklarung), tevens een opdracht tot terreinondeizoek ten deel vallen. Hoofddoel van de terreinverkenning is aan de artillerie onder alle omstandigheden den doormarsch te verzekeren. Van het gewicht der opdracht en de te verwachten moeilijk heden zullen rang (graad) en aantal der uit te zenden ruiters af hangen. Worden meerdere verkenners uitgezonden voor eene bv. meervoudige opdracht, dan is zoo eenigszins mogelijk één

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 577