1201 verkend worden of door een goed ingelichten officier, bijgestaan als onder 3 door de in reserve gehouden verkenners. Rest thans nog te bespreken hoe vooruitgezonden officieren met hunne terreinverkenners, al dan niet vergezeld van den art. cdt., de verbinding met de marcheerende artillerie onderhouden. In de Revue d'Art. van Oct., Nov. en Dec. 1902 wordt dit als een afzonderlijk onderdeel der terreinverkenning behandeld. Het aangeven van den marsch weg wordt „jalonner" genoemd, de verkenners zijn de „jalonneurs". De jalonneurs worden genum merd en nu zijn er 2 methoden. Bij de eerste plaatst de met de verkenning belaste officier bij ieder kruispunt, of andere plaats die aanleiding zoude kun nen geven tot het inslaan van den verkeerden weg door de colonne, een jalonneur door het afroepen van zijn nummer. Ziet de aanmarcheerende artillerie No. 1, dan sluit deze in galop op No. 2 aan, No. 2 op No. 3, enz. Op deze wijze kan de voorsprong echter nooit grooter worden dan de keten door de jalonneurs gevormd. Bij de tweede methode let No. 1 van af het verlaten der artillerie nauwkeurig op den gevolgden weg. Na een bepaald terreinge deelte doorloopen te hebben keert No. 1 bij 't afroepen van zijn nummer in galop naar de artillerie terug en dient haar als gids. Nadat No. 1 is afgeroepen begint het stuk voor No. 2, enz. Voor opstellende dat de practijk hierin zal moeten beslissen, schijnt ons de 2de methode de beste. Waar de geheele verkennersstaf van meerdere batterijen nog onaangebroken is, kan de methode wellicht toegepast worden. Dit zal echter weinig voorkomen en bij onze geringe sterk te aan artillerie in de troepencolonnes zal bij 't afzonderlijk inarcheeren (bv. naar de stelling) de verbinding met de ver kenners wel gewoonlijk door merkteekens of enkele verkenners moeten geschieden. Be cloelverkenning Deze kan bestaan uit: a. de eigenlijke doelverkenning, b. de hulpwaarneming (veldkijker en afstandmeter) en c. observeering (bewaking) van het gevechtsveld. Ad a. Bij de verrichtingen gebracht onder terreinverkenning

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 581