1202
is geen melding gemaakt van verschil in aanwending naar ge
lang de artillerie optreedt bij den aanval of bij de verdediging.
Dit is ook onnoodig. Waar een aanval in 't algemeen plaats
heeft of op eene stelling waarvan de ligging van te voren
ongeveer bekend is, öf op een stelling die zich geteekend heeft
bij een ontmoetingsgevecht, zullen alle bovengenoemde terrein
verkenningen naar gelang der omstandigheden tot hun recht kun
nen komen.
Bij de verdediging onderscheiden we in hoofdzaak die van
eene lang vooraf ingerichte stelling en die welke het uitvloeisel
is van een ontmoetingsgevecht (afwachtende houding bv.). In
het eerste geval dient het terrein bekend te zijn, in het tweede
geval is eene volledige terreinverkenning noodig.
De verrichtingen der doelverkenning loopen bij aanval en ver
dediging meer uiteen. Het uitgebreidst zijn ze bij den aanval
in een ontmoetingsgevecht. Hieromtrent het volgende
Hoofddoel is, door het verschaffen van zoo volledig mogelijke
inlichtingen omtrent in te nemen eigen stellingen en omtrent lig
ging, groepeering en uitgebreidheid van de vijandelijke stelling,
den art. cdt. in zijn veelomvattende taak te steunen, waardoor
het mogelijk wordt de artillerie op de voordeeligste wijze aan te
wenden.
Behalve de eischen gesteld bij de terreinverkenning wordt
nu nog tactisch doorzicht van de patrouillecdtn. verlangd. Van
daar de wenschelijkheid, dat de patrouillecdtn. officieren zijn, of
in elk geval de doelverkenning onder voortdurende leiding van
een officier geschiedt.
Alvorens verder in te gaan op de doelverkenning bij een ont
moetingsgevecht, dienen eerst 2 methoden gemeld te worden,
die tot de uitvoering leiden.
I. Bij de eene methode zendt de art. cdt. een of meer offi
cieren' (hoogstens twee per drie batterijen) met de verkenners
naar voren. De oudste officier leidt de verkenning.
II. Bij de tweede methode zendt de art. cdt. zelf de patrouil
les naar de punten, die hij geschikt acht en leidt verder per
soonlijk de verkenning.
Ad I. Gewoonlijk beschikt de art. cdt. in den aanvang van
het gevecht over zeer weinig gegevens, die tot eene stellingkeuze