1203
zouden kunnen leiden. Na de binnenkomst der eerste berichten
zendt hij (zelf met zijn art. staf en het verkennerspersooneel bij
den Alg. Bevelhebber rijdende) tot het verzamelen dier gegevens
de doelverkenners uit. Commandant is de hiervoor opgeleide
officier (is er meer dan één per 3 batterijen, dan leidt de oudste
de verkenning).
Het aantal mede te geven verkenners hangt van de opdracht
(aantal vermoedelijk te leveren meldingen) af. Omtrent de op
dracht zelve zij verwezen naar hetgeen daarvan gezegd is onder
b (blz. 1197 e.v.).
De betrokken officier wordt volledig omtrent den tactischen toe
stand en de bestaande voornemens op de hoogte gebracht. Wat de
opdracht al zoo kan inhouden volgt uit het doel der verkenning.
Hierover later meer.
De verkenningscommandant begeeft zich nu met het personeel
naar een met den art. cdt. afgesproken uitzicht gevend punt. Dat
deze commandant steeds eenige verkenners in reserve houdt, zegt
de schepper der methode (Oberst-leut. Goglia) niet, maar schijnt vrij
natuurlijk. De verkenners treden niet op vóór de lijn der eigen ca
valerie, rijden zooveel mogelijk gedekt en bij elkaar. Kortheidshalve
kan voor verdere gedragsregels verwezen worden naar het in ons
voorloopig 'voorschrift op den velddienst voorkomende onder „Op
helderingspatrouilles", voor zooverre deze bij den art.-ophelde-
ringsdienst kunnen dienen 30 ged.31, 32 en 33 geheel35 ged.
37 ged.). Goglia en Smekal eischen voordeofficieren-cdtn. volledige
kennis van en geoefendheid in den cav.-ophelderingsdienst!
Tijdens den marsch naar het bevolen punt maakt de verk.
cdt. gebruik van alle inlichtingen, die eigen troepen welke hij
ontmoet hem kunnen verstrekken en vraagt hij aan de overbren
gers die langs hem rijden inzage van de berichten der cavalerie.
Het aangaan van patrouillegevechten vermijdt hij. Nadering van
vijandelijke infanterie of cavalerie wordt dadelijk aan den art. cdt.
gemeld. Wordt het noodig van den bevolen marschweg af te wij
ken of al dadelijk een ander uitzicht gevend punt te kiezen, dan
dient eveneens de art. cdt. onmiddellijk hiermede in kennis te
worden gesteld.
Op het bevolen punt aangekomen, zal het nu van opdracht en
omstandigheden afhangen welk verloop de verrichtingen nemen.