1209
Dat vóór het uitgeven der opdrachten eerst de patr. cdtn.
mondeling van den toestand op de hoogte zijn gebracht, is
reeds gezegd.
Uit de aangegeven gedragregels (velddienst) volgde al, dat
de verk. en patr. cdtn. hunne ondergeschikten onmiddellijk na
ontvangst met den inhoud der opdracht in kennis stelden. Noo-
dig is het, dat de verkenners de plaatsnamen enz. opschrijven.
Bijna overbodig is het op te merken, dat de commandanten na
het afrijden dadelijk beginnen met hun verkenners te oriënteeren
in het te doorrijden terrein. Zij maken hen op alle herkenbare
punten opmerkzaam, vnl. op den terugweg met het oog op 't
overbrengen van meldingen. Dat de commandanten, alvorens af
te rijden naar de bevolen punten, zich volkomen op de kaart
oriënteeren, is even duidelijk.
Hiermede is het voornaamste omtrent de doelverkenning bij
den aanval in een ontmoetingsgevecht besproken.
Bij den aanval op eene stelling waarvan de ligging min of
meer hekend is, zal de doelverkenning eenvoudiger, maar even
zeer noodzakelijk zijn. De détailpunten, bv. waar de artillerie is
ingegraven, waar inf. loopgraven zijn, treden nu dadelijk op den
voorgrondDe verkenning van een dergelijke stelling in het alge
meen en dus ook de doelverkenning zal echter wel krachtiger dan
in een ontmoetingsgevecht door den tegenstander belet worden.
De verrichtingen der doelverkenning volgen overigens uit het
boven behandelde.
Is men verdediger, hetzij van eene lang vooraf ingerichte stel
ling, hetzij van eene gekozen stelling bij een ontmoetingsge
vecht, dan dienen eveneens de door den aanvaller in te nemen
art. stellingen en zijn opmarsch verkend te worden. Daartoe
worden de doelverkennerspatrouilles vooruitgeschoven tot bij de
punten, die voor den aanvaller als art. stellingen in aanmerking
komen. Van daaruit worden de waarnemingen gedaan, die nu
in hoofdzaak bestaan in het vaststellen van de punten waar en de
sterkte waarmede de vijandelijke artillerie optreedt. Dikwijls zal
het hierbij noodig zijn, dat de doelverkenners zich onder dekking
van eigen cavalerie stellen.
Aan de zijde van de verdediging in een ontmoetingsgevecht zul
len door afzonderlijke patrouilles de als geschikt voorkomende pun-
ni. II. 1903. 7 9