1215 doelde 6 zeker 3 man kader zijn, onder kader in hoofdzaak onderof ficieren te verstaan. Voor het niet gegradueerde personeel kieze men ontwikkelde, vlotte kanonniers. Aangezien de meesten in Holland stukrijder zijn geweest, gaat met rij- onderricht niet veel tijd verloren. De officier belast met de opleiding de aangewezen comman dant in oorlogstijd moet uitsluitend voor dit doel beschikbaar zijn bij de uitrukkende diensten, waarbij voortdurende practische oefening der verkenners plaats heeft. De diensten door trompetters en kader van den gevechtstrein (gevechtspatrouilles) te bewijzen moeten als toevallige baten beschouwd worden. Personeel der gevechtsbatt kan niet gemist worden. En nu de opleiding zelf. Zal ons Indisch terrein grooter moeilijkheden in den weg leggen dan het Europeesche, daartegenover kunnen wij wijzen op be roepskader en manschappen en op een zeevan tijd! Yeel theorie is uit den booze Alleen toepassing indeprac- tijk zal vruchten afwerpen. In theorie zal eerst behandeld moeten worden 1op grondige wijze het kaartlezen 2. de gedragregels van patrouilles; 3. het verband in troepencolonnes; 4. het oriënteeren volgens den velddienst; 5. de ordonnansenclienst 6de artoph.-en verk.-dienst voor zoover dit voor kader en manschappen van nut kan zijn; 7het maken van schetsen en schrijven van berichten (alleen voor het kader) Zoodra een en ander behandeld is volgt de toepassing in het ter rein. Men beginne met terreinrijden. Eerst zonder kaart, bv. het rijden dwars door het terrein naar zichtbare punten, dan het zich begeven naar aan te wijzen punten. Yeel oefening hierin zal voor onze onderofficieren niet noodig zijn, wel voor de korporaals (4 maanden rijles op de kaderschool) en kanonniers. Daarna het practisch kaartlezen, het groote struikelblok! Meer dan in Europa zal dit te pas komen, daar het geven van mondelinge aanwijzingen voor het overbrengen van bevelen enz. in ons be-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 595